Vuilverwerking
Rond
griffie en secretarie
door
J. W. Peters
„De bedreiging van het fysisch milieu van de mens
neemt door allerlei omstandigheden verontrustende
vormen aan. De eisen die men aan de bescherming of,
zo men wil, aan het leefbaar houden van dit milieu
moet stellen, worden dientengevolge steeds hoger.
Hierdoor is te verklaren, dat steeds meer gemeente
besturen geconfronteerd worden met de vraag, hoe
het in hun gemeente verzamelde vuil op verantwoorde
wijze te verwerken."
Dit citaat is de eerste alinea van het door de hoofd
directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten geschreven voor
woord van het dezer
dagen, onder no. 37, in
de „Blauwe Reeks" bij
de uitgeverij van ge
noemde vereniging ver
schenen rapport „Vuil
verwerking". In 1948 is
in dezelfde reeks (onder
no. 1) reeds verschenen
het rapport „Openbare
Reiniging", dat, vanuit
bestuurlijk en financieel oogpunt, handelt over de bij
het verzamelen van stedelijke afvalstoffen te volgen
methode. De vraag wat te doen met de ingezamelde
afvalstoffen is sindsdien steeds klemmender geworden.
Teneinde aan de op dit punt bestaande behoefte aan
voorlichting tegemoet te komen heeft het bestuur van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een com
missie ingesteld. Het resultaat van de arbeid van deze
door deskundigen van rijk en gemeenten gevormde
commissie, die stond onder voorzitterschap van ir. L. A.
H. Peters, burgemeester van Bergen op Zoom, is het
rapport „Vuilverwerking". Raadpleging leidt tot inzicht
omtrent de methoden van vuilverwerking (storten,
composteren, verbranden) en hun bruikbaarheid. Hier
volgen enige conclusies van de commissie.
a. Storten
Het storten van afvalstoffen is in het algemeen uit
hygiënisch en esthetisch oogpunt alleen met inacht
neming van zeer stringente voorwaarden aanvaard
baar. De financiële consequenties van deze methode
zijn in belangrijke mate afhankelijk van de, ter vol
doening aan die voorwaarden, te treffen voor
zieningen. Vooral grotere gemeenten zullen, alleen
al door gebrek aan ruimte, deze, grote terreinen
vereisende methode, niet (meer) kunnen toepassen,
b Composteren
Hieronder valt te verstaan het door verkleining en
kunstmatig versnelde vergisting omzetten van afval
stoffen in een homogeen produkt, dat als organische
meststof kan worden gebruikt voor verbetering van
de bodemvruchtbaarheid. Deze methode van vuil
verwerking is, mits mechanisch toegepast, hygiënisch
verantwoord en levert een waardevolle bijdrage
ter verhoging van de produktiviteit bij land-, tuin
en bosbouw. De rentabiliteit van een compostbedrijf
is in sterke mate afhankelijk van de afzetmogelijk
heden van het eindprodukt. Een compostbedrijf
vereist minder ruimte dan „storten" doch meer dan
„verbranden". Er blijft een betekenend niet-te-
composteren restant afvalstoffen, dat op andere
wijze (storten en/of verbranden) zal moeten wor
den verwijderd,
c. Verbranden
Vuilverbranding is hygiënisch het meest aanvaard
baar, Het vuil wordt alsdan snel verwerkt, waardoor
besmettingsgevaar wordt geëlimineerd. De installa
tie vraagt een relatief geringe oppervlakte en is wei
nig hinderlijk zodat men bij de terreinkeuze grote
vrijheid heeft.
Het is echter een procédé dat, in het algemeen
gesproken, alleen bij zeer grote hoeveelheden vuil
„goedkoper" is dan de andere. Ook bij deze me
thode blijft een niet verbrandbaar restant, waarvan
men zich zal moeten ontdoen door storten.
De commissie besteedt aandacht aan de bestuurlijke
aspecten van het probleem van de vuilverwijdering, dat
in steeds toenemende mate een voorwerp van zorg
voor de gemeentebesturen is of zal moeten zijn. Zij
wijst er op, dat een verantwoorde keuze uit de drie
methoden van vuilverwerking afhankelijk is van de
factoren: beschikbare ruimte, hoeveelheid en aard van
de afvalstoffen, milieuhygiëne, bedrijfshygiëne, kosten.
Storten is door hygiënische en esthetische bezwaren
en door ruimtegebrek veelal niet meer uitvoerbaar.
Composteren is voor kleine en middelgrote gemeenten
aan te bevelen indien de afzet van compost verzekerd
is. Verbranden verdient de voorkeur voor grote ge
meenten of agglomeraties of voor gemeenten waar
composteren, wegens afzetmoeilijkheden, niet verant
woord is.
Vooral ook in het kader van de Zeeuwse verhoudingen
is van belang hetgeen de commissie omtrent „samen
werking met andere gemeenten of instellingen" op
merkt. Gelijk bij vele problemen waarvan de oplossing
de kracht van één gemeente te boven gaat zal ook
het vuilverwerkingsvraagstuk veelal slechts door samen
werking tot een oplossing kunnen worden gebracht. In
het algemeen kan worden gesteld zeker wanneer
men de inzameling èn de verwerking van de afval
stoffen in de samenwerking betrekt dat de kosten
van een vuilverwerkingsbedrijf per inwoner dalen naar
mate het aantal inwoners van het „verzorgingsgebied"
groter is. De commissie noemt enige voorbeelden van
gemeenschappelijke regelingen die tot een goede vuil
verwerking, in de daarbij betrokken gemeenten hebben
geleid. Zij onthoudt zich van het uitspreken van voor
keur voor samenwerking op privaatrechtelijke basis
dan wel op basis van de Wet gemeenschappelijke
regelingen. Van de publiekrechtelijke vormen van sa
menwerking lijkt haar die waarbij een rechtspersoon
lijkheid bezittend lichaam wordt ingesteld het meest
aanbevelenswaardig. Aan het onderhavige rapport zijn
een aantal bijlagen toegevoegd. Naast de samenstelling
van de rapporterende commissie, een overzicht van
aan het onderwerp verwante literatuur en een inleiding
tot het vraagstuk van de vaste en vloeibare industriële
afvalstoffen bevatten deze bijlagen diverse gegevens
welke van nut zijn voor het verkrijgen van inzicht in
de financiële consequenties van de diverse methoden
van vuilverwerking.
177