omstreeks 1588 in Middelburg wonen en stichtte er een handelshuis. Nagtglas be schrijft hem als een schrander en onverschrok ken koopman. Hij maakte plannen voor het bereiken van China, Japan, de Molukken en het vaste land van Indië langs de noordelijke route; één van deze reizen had de bekende overwintering op Nova Zembla ten gevolge. Toen deze tochten geen succes hadden, finan cierde hij reizen door de zuidelijke wateren en de tweede reis van Cornelis Houtman in 1598 werd gemaakt met schepen voor rekening van zijn kantoor. Hij behoorde tot de oprichters van de Oost Indische Compagnie. In 1603 echter waren de omstandigheden dermate ver anderd dat hij ons land „met de noorderzon", zoals Nagtglas zegt, moest verlaten. Nagtglas meldt ook dat hij het huis in de Noordstraat (thans no. 31) te Middelburg bewoonde en ook het „Monnikenhof onder Grijpskerke, welke gronden echter met aanzienlijke hypo theken waren bezwaard". In 1603 kocht Jacob Cats het huis in de Lange Noordstraat van B. de Moucheron. Een gevelsteen herinnert aan zijn verblijf al daar: „Hier woonde Jacob Cats van 1603- 1623". Hij had vóór zijn huwelijk korte tijd als huisgenoot van de Moucheron het huis reeds bewoond. Van de Moucheron kocht hij tevens het Munnikenhof. Waarschijnlijk gel den de bovengenoemde jaartallen ook voor zijn bezit van het Munnikenhof. Zeker is dat hij bij zijn vertrek uit Middelburg naar Dord recht zijn huis in de Lange Noordstraat èn het Munnikenhof verkocht, zoals wij dat lezen in „Het vertrek van Jacob Cats van Middelburg naar Dordrecht" m). Cats schrijft in een brief aan Blijenburg 6): om mij van alle ban den ontslagen tot mijn plicht en Uw vriend schap te kunnen spoeden al mijn roerende goederen, ja zelfs tot mijn buiten te Grijps kerke toe, de afgelegen woonplaatsen mijner Zanggodinnen, voor altijd van mij vervreemd en aan anderen overgedragen, om met mijn gehele persoon en zonder mijn oog terug te wenden (om met Horatius te spreken) verder bij Ulieden te leven Over Cats' verblijf in het huis in de Lange Noordstraat te Middelburg vertelt uitvoerig mr. J. H. de Stoppelaar n) en wat het Mun nikenhof betreft lezen wij daar o.m. „Tot het afgebroken werd hing in den voorvloer een grote schilderij, voorstellende het gebouw en den tuin in het jaar 1629, blijkens het cijfer dat op de voorpoort stond. Boven aan deze schilderij 2 wapenschilden, het eene drie leeuwen van sabel staande boven een veld van goud is van Roubergen, het andere, mede in tweeën gedeeld, van boven 3 bloemen, rechts 3 vogelkoppen, vermoedelijk dat van zijn echtgenote". Het was dus ook in De Stoppelaar's tijd niet bekend van wie het vrouwelijk wapen was. Na de restauratie bleken de vogelkoppen echter leeuwenkoppen te zijn, doch dit heeft geen opheldering ge geven. Het Munnikenhof was een zeer geliefd ver blijf van de familie Cats. Het was van Mid delburg uit gemakkelijk bereikbaar en voldeed aan de wensen van het gezin ten opzichte van het buitenleven. Cats had er gelegenheid tot rustig dichten en schrijven. P. J. Meertens schrijft dat vele van Cats' werken op het buiten zijn ontstaan o.m. „Galathea" en „Self-strijt". „Met kenne lijk behagen denkt Cats in later jaren aan zijn leven op Munnikenhof terug" aldus Meertens. Op hoge leeftijd schreef Cats in het gedicht „Twee en tachtig jarig leven" over deze episode: „lek had een buytenhuys niet verre van de stadt, Daar ick en mijn gezin een wijl in stilte sat. Ick was veel op het land, of in het huis gedoocken. lek liet van enckel moes my veeltijts spijse koocken; Ick schoude stadts gewoel, en koos het eensaam velt, Want daar was toen ter tijt mijn wesen naar gestelt." Een afbeelding van het huis (afbeelding 2) zoals het in Cats' tijd was en tevens de vroegst bekende afbeelding is te vinden in zijn „Maechden-pligt" als illustratie van de pasto rale „Harders clachte". (Een kopie hiervan in gewassen inkt bevindt zich in de Zelandia Illustrata, deel II, no. 133). Deze gravure toont een ondiep gebouw met een aan weers- c) Adriaan Blijenburg (1589-1630) was o.a. Schout van de stad Dordrecht. Hij oefende invloed uit op het besluit van Cats, zijn benoeming tot pensionaris van Dordrecht aan te nemen. 204

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 16