A I 1 1 y grafiek 1 I" O a 10 X i i i i l i aantal vervoerde auto's over de r r*yi O*-- V N, Ten leuze n-Ho ed. j 4 1947 '50 '55 '60 Ontwikkeling 1947-1963 Grafiek 1 toont de ontwikkeling van het aantal overgezette auto's van 1947 tot 1963, voor de drie veren over de Westerschelde afzonderlijk, alsmede voor de veren tezamen. Duidelijk zijn de invloeden te zien van de waters nood (in 1953 en begin 1954 werd met het veer KruiningenPerkpolder niet gevaren) en van de tariefsverhoging in 1958. Verder blijken de veren VlissingenBreskens en KruiningenPerkpolder (in het vervolg te noemen de veren VB en KP) na genoeg gelijk op te gaan. Omdat het veer Terneu- zenHoedekenskerke relatief van weinig belang is, zal het verder buiten beschouwing worden ge laten. Ontwikkeling 1951-1963 In verband met de vergelijkbaarheid van het be schikbare cijfermateriaal zal de ontwikkeling van het verkeer via de veren pas vanaf 1951 worden vergeleken met de ontwikkeling van de verkeersintensiteit op de rijkswegen. grafiek 2 200 1 1 1 II 1 II 1 verkeer via de veren 195 7< 10 Uit grafiek 2 valt de conclusie te trekken dat de Westerschelde-veren de gevolgen van de waters nood weer te boven zijn gekomen. De verhoging van de tarieven echter bracht het aantal overge zette auto's op een lager niveau. Hoewel de toe neming (sinds 1959 met 44%) nagenoeg gelijk was aan de toeneming van de Nederlandse verkeersin tensiteit (sinds 1959 met 40%) blijft deze rem nog steeds merkbaar. Maandcijfers, personen- en vrachtauto's De twee belangrijkste veren zijn, wat het verkeers aanbod betreft, zeer verschillend. Illustratief is grafiek 3, waaruit de maandelijkse fluctuaties, gesplitst naar personen- en vrachtauto's, blijken. grafiek 3 aantallen overgezette personen- en vrachtauto's via de veren Vlissingen-Breskens en Kruiningen - Perkpolder in 1962 1951 j fmamj jasond Het opvallendst is wel dat de zomerpiek van per sonenauto's op het veer VB aanmerkelijk duide lijker is dan die op het veer KP. Op het eerstge noemde veer overheerst overigens het personen autoverkeer sterker dan op het laatstgenoemde veer. Dit weerspiegelt zich in de volgende cijfers: Het percentage personenautoverkeer op het veer KP was in 1960 66, tegen een percentage op het veer VB van 79. Het landelijk gemiddelde van 72% lag ongeveer op het niveau van het perso nenautoverkeer via de beide veren tezamen. 190

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 2