schaving ridicuul. Op deze
wijze is een heel volk gijze
laar als waarborg voor het
goed gedrag van zijn regering.
De democratisering van het
gijzelaarschap dus. Deze wa
pens kunnen echter uitslui
tend defensief aangewend
worden: men begint er niet
mee, men antwoordt er
slechts mee, in tegenstelling
dus tot de counter-force wa
pens, die ook agressief ge
bruikt kunnen worden.
Ad. 3
Het derde facet van het oor
logsprobleem is, dat de mens
zich tot nu toe altijd heeft
verenigd in defensieve collec
tiviteiten, die steeds omvang
rijker werden naar mate de
wapenen grotere reikwijdte en
uitwerking kregen. Thans om
vatten de wapens de gehele
wereld, hetgeen dus moet be
tekenen, dat de collectiviteit
eveneens de hele wereld moet
omvatten. Hieraan zal ge
paard moeten gaan een ver
mindering van de betekenis
van de nationale staat en re
gionale eenheid, en het ont
staan van een wereldfederatie
in enigerlei vorm.
Polemologie
De polemologie heeft zich ten
doel gesteld de bestudering
van dit drieledige probleem.
Zij kan geen eeuwige vrede
garanderen, maar misschien
de wereld wijzen, waarlangs
dit doel te bereiken zou zijn,
en de oorzaken van oorlog
opsporen.
Reeds in de 19e eeuw werd
deze wetenschap beoefend, zij
het incidenteel. Democratie
en socialisme werden gedood
verfd als probaat middel tegen
oorlog, en men stelde reeds
toen als voorwaarden:
1. ontwapening en
2. dekolonisatie.
Dit waren onder meer de leu
zen van het Bureau de la
Paix, dat door middel van pu-
blikaties en jaarlijkse con
gressen begrip voor zijn idea
len ingang trachtte te doen
vinden. In 1889 schreef Ber
tha von Suttner haar boek
„Die Waffen nieder"; toen
een emotionele, ethische atti
tude, nu een officiële waar
heid, tezamen met een politiek
van krachtige ontwikkelings
hulp aan jonge volken, door
regeringen, NAVO en V.N.
noodzakelijk geacht om de
vrede te kunnen handhaven.
Een factor, die tot het ont
staan van oorlog kan lei
den, is b.v. het nationalisme.
De menselijke eigenschappen
kunnen pas tot volledige ont
plooiing komen in groepsver
band. Het conformisme in de
menselijke natuur brengt ech
ter het gevaar mede, dat er
binnen een groep waandenk
beelden kunnen ontstaan, die
gemeengoed worden en fa
taal kunnen worden voor de
verhoudingen met andere
groepen. De opvattingen bin
nen een groep worden niet of
slechts met moeite gewijzigd,
en dan nog meestal door fei
telijke ervaringen. De oplos
sing van het oorlogsprobleem
kan echter niet wachten op
deze feitelijke ervaringen,
want die kunnen we niet
meer verdragen. Hoewel na
tuurlijk bepaalde personen,
groepen of maatschappelijke
instellingen het oorlogsgevaar
kunnen vergroten, (b.v. het
military-industrial complex)
komt men toch meer en meer
tot de conclusie, dat het vaak
de werking is van normale
dagelijkse waarderingen en
opvattingen, die ons tot een
oorlog kan leiden. Met andere
woorden, dat oorlog het fa
tale resultaat is van het ba
nale.
De polemologie ziet zich ge
steld voor drie taken:
1. Het zoeken naar oorzaken
van oorlog. Het formuleren
van de conditions of peace.
Het achterhalen van wat
noodzakelijk is om de vre
de te bewaren.
2. Bepalen van datgene van
deze noodzakelijkheden,
dat tot het gebied van het
mogelijke behoort. Tussen
het nodige en het moge
lijke kan immers een bre
de kloof gapen door ethi
sche opvattingen, tradities
en wantrouwen.
3. Het zoeken naar wegen om
het noodzakelijke mogelijk
te maken.
De menselijke levenshouding,
het menselijke nu nog natio
nale denken dient geheel te
veranderen. Peace-research
kan resultaat hebben omdat
de mens een redelijk wezen
is. Peace-research is nood
zakelijk omdat de mens on
redelijk is.
Aan de bevordering van de
vrede zullen materiële en spi
rituele voordelen geofferd
moeten worden. Het volken
recht zal moeten herzien wor
den met het oog op de aan
passing van zijn regels aan het
rechtsbewustzijn van tal van
jonge volken. Dit betekent
een compromis; en compro
missen compromitteren. En
dat is het grootste obstakel,
waarvoor de polemologie zich
ziet gesteld.
Correctie
De algemene vergadering van
de Werkgroep Historie en Ar
cheologie zal op 16 januari
1965 bijeenkomen in Mid
delburg, in de Provinciale Bi
bliotheek.
223