De factoren a, b en c, die de hoofdcomponenten vormen van de gebruikelijke formules voor ver- keersprognoses, zullen als effect hebben dat de in tensiteit van het verkeer over de veren een gelijke groeitendens zal vertonen als het verkeer over de Nederlandse wegen. Ook al zou de groeitendens geringer zijn dan het landelijk gemiddelde, dan kan men toch wel van deze prognoses uitgaan. Er is immers nog steeds sprake van een „boven de markt hangend" poten tieel verkeersaanbod. Daarom is ook de betrouw baarheid van de bovenstaande voorspelling voor een zeer groot deel afhankelijk van de uitbreiding van de capaciteit van de veren. Geen uitbreiding betekent dat deze cijfers het toekomstige verkeer overschatten. De bovenstaande indices komen neer op gemid delde jaarlijkse stijgingen van 8 a 10% in de periode 1960-1965, van 71/» a 9% in de periode 1965-1970, van óy2 a 8% in de periode 1970-1975 en van maximaal 7% in de periode van 1975-1980. In de periode 1960-1963 werd een stijgingspercen tage van 8'/2 gerealiseerd. Vergelijkt men de cijfers van januari t/m oktober 1960 met de cijfers voor deze maanden in 1964 dan blijkt het gemid delde stijgingspercentage zelfs 11 per jaar te bedragen! Het is dus waarschijnlijk verstandig meer vertrouwen in de formules van het E.T.I. voor Zuid-Holland te stellen dan in die van ir. Van Veen. Met behulp van deze indexcijfers komt men tot de volgende ontwikkeling van het aantal over te zetten auto's: Herziening E.T.I.-rapport van 1963 Zoals gezegd zijn deze cijfers hoger dan die waar mee de E.T.I.-publikatie „De vaste verbinding over de Westerschelde" werkte. Ook de besparing die een vaste verbinding zal opleveren kan dus hoger worden gesteld. De besparing wordt dan, i.p.v. 45 a 50 miljoen in 1970 en 70 a 80 miljoen in 1980: ruim 50 miljoen in 1970 en ruim 110 miljoen in 1980. Er is hierbij uitgegaan van hand having van het veer VlissingenBreskens. Verder is geen rekening gehouden met de voordelen voor de scheepvaart (bij een vaste verbinding zal de hoge vaarfrequentie van de veren in de toekomst worden voorkomen). KruiningenPerkpolder VlissingenBreskens 1960 100 393.125 434.252 1965 147 d 161 578.000 a 633.000 638.000 a 699.000 1970 210 a 248 826.000 d 975.000 912.000 a 1.077.000 1975 288 d 365 1.132.000 d 1.435.000 1.251.000 d 1.585.000 1980 512 2.013.000 2.223.000 192

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 4