standpunt verdedigend eens uit de eerste hand een
eigen mening te verkondigen.
Weliswaar moet zijn rede binnen zekere grenzen
blijven, maar over het algemeen gunt men de burge
meester de vrijheid van een eigen opinie ter gelegen
heid van het nieuwe jaar. Bedenkt men daarbij dat een
raadslid soms voldoende heeft aan de begrotingspost
beloning van vroedmeesters en vroedvrouwen" om
een macro-politiek betoog op te zetten, dan mag die
schaarse persoonlijke visie van de eerste burger een
eigen plaats hebben.
Een ander aspect van de nieuwjaarstoespraak is de
waarde van het treffen tussen burgemeester en wet
houders en de raad. Meestal bestaat een dergelijke
toespraak behalve uit de persoonlijke inbreng van de
burgemeester uit een algemene bespreking van het
beleid, een terugblik en een koersbepaling. Gebrui
kelijk is dat de rede niet in discussie wordt gebracht,
maar de nawerking b.v. in de begrotingszitting of
soms nog jaren later kan niet verdoezeld worden. Het
kan zijn nut hebben in de ontmoeting raad/b. en w.
die toch tot een klein aantal gelegenheden per jaar
beperkt blijft eens een totaalbeeld te geven van de
drukte op het gemeentelijk erf.
Een laatste aspect dat wij naar voren zien schuiven in
de laatste jaren is de presentatie-neiging", iets dat
wij willen omschrijven met ,,een beetje reclame mag
er toch ook wel bij". De spreker realiseert zich dan
dat zijn woorden niet uitsluitend voor de raad zelve
bestemd zijn doch voor allen die bij toeval of ver
kiezing tot de lezers behoren.
Met deze laatste bedoeling voor ogen dient inderdaad
vermeld te worden dat de gemeente een sporthal heeft
opgericht of dat de grafdelvers in het nieuw gestoken
zijn en kunnen er bedankjes worden uitgedeeld aan
mensen en diensten.
Het is interessant na te gaan welk verband er kan
bestaan tussen de grootte van de gemeente en de
lengte van de jaarrede. Middelburg als grootste ge
meente gaf een jaarrede uit van zeventien bladzijden
en 's-Heerenhoek van twee. Daartussen bewoog zich
nagenoeg in correlatie met de inwoneraantallen de
omvang van de andere toespraken. Opvallend was
voorts dat de burgemeester van de grootste gemeente
van het vijftal zich over de hoofden van de raadsleden
richtte in een opgaande linie tot: gedeputeerde staten,
regering, Kamer. Daarentegen sprak de burgemeester
van 's-Heerenhoek vrijwel uitsluitend tegen zijn in
gezetenen over zeer menselijke zaken die het ge
meentebestuur bezighielden en bezwaarden. De drie
overige redevoeringen richtten zich ook niet in het
bijzonder tot de burgerij.
Anderzijds vermeldden de toespraken verschillende
zaken die in elke gemeente aan de orde zijn en deze
aangelegenheden vormen feitelijk de tijdspiegel van
het gemeentelijk wel en wee in Zeeland. Op de voor
grond staan: industrialisatie, herindeling, woningbouw
en financiën.
Industrialisatie
De nota van staatssecretaris Bakker over de inkrimping
van het regionale industrie-beleid trof ook de kernen
Sint-Maartensdijk en Zierikzee. Natuurlijk klinkt de
echo van de grote teleurstelling nog door in het relaas
over 1964.
Burgemeester mr. F. Th. Dijckmeester van Zierikzee
vindt het een ontmoedigende zaak voor de bedrijven
die het aangedurfd hebben zich in deze stad te vesti
gen. Zierikzee heeft de industrie-vitamine" zo brood
nodig om het tempo in de Zeeuwse opmars bij te
houden. Het is de industrie die aan het oude Zierik-
zeese lichaam nieuwe krachten moet geven om bij de
kopgroep te blijven ondanks de handicap van kortere
benen, geringe lengte en ondermaats gewicht.
Voor Sint-Maartensdijk is de aangekondigde stopzetting
van industrie-subsidiëring ook een koude douche ge
weest maar de woorden van burgemeester D. C. Bou-
wense dat de nota eerst sensatie en onrust verwekte
en naderhand met een sisser afliep getuigen van een
grote nuchterheid en accentueren tevens dat men niet
zo maar bij de pakken neer gaat zitten.
De keerzijde van de industrialisatie-medaille is de aan
wijzing van het Sloe tot primaire kern. Middelburg
heeft er als het ware al op geanticipeerd met zijn uit
breiding-zuid zegt burgemeester mr. J. Drijber. Ook
de uitbreiding van het industrie-terrein moet beschouwd
worden als een complement voor het Zuid-SIoe, waar
aan de verwachting van infrastructuur-subsidies wordt
vastgeknoopt,
Enkele grote werken liggen planklaar, maar over de
kansen op verwezenlijking met behulp van rijkssubsidie
wil de eerste burger van de hoofdstad geen voorspelling
doen.
's-Heerenhoek ligt onder de rook van het Zuid-SIoe
en vandaar dat burgemeester R. O. M. Waelput de
verzuchting slaakt dat de streek naar ontwikkeling snakt
maar opbotst tegen de remmingen, die er aan alle
kanten zijn. Het Sloe blijft leeg en alleen domein voor
de vogels.
Westelijk-Zeeuwsch-Vlaanderen is wel eens tot woon
gebied van de kanaalzone verklaard, maar burgemees
ter J. L. van Leeuwen van Oostburg is er lang niet
gerust op. Of liever gezegd hij gelooft er niet in.
De flanken van het industriegebied rond Temeuzen
lijden aan functieverlies. De zuiging van de kanaalzone
en de trek naar het noorden (Walcheren) doet de
jonge bevolking wegtrekken en leidt in andere ge
vallen tot gezinsverdunning. Bovendien lokt er nog
het land der Belgen.
Elke gemeente hoopt zo zijn strootje mee te happen
uit de ruif der industrialisatie maar of ze het zelf
nog mee zullen maken is de vraag. Maar dit probleem
vormt weer een hoofdstuk apart.
Herindeling
Het spook van de annexatie waart over de Scheide
stromen en bespringt bij toerbeurt het omliggende land
om de landkaart van de gemeentegrenzen te schudden.
In stadhuiswoorden heet het gemeentelijke herindeling
of herziening van gemeentegrenzen. Heel Zeeland
kan er nu van meepraten. Oostburgs burgemeester
beaamt dit maar hij tekent daarbij aan dat het zo
dikwijls gebeurt onder een schijn van deskundigheid
en dat juist acht hij onjuist. Voor degenen die zich
hieraan te buiten gaan geeft hij de raad: „schoen
maker blijf bij je leest"
Op het eiland Tholen is de stilte gevallen over de
plannen. Sint-Maartensdijk hoopt dat er spoedig klaar
heid komt. Op Walcheren heeft men uiterlijk geen
aandacht meer, maar een klein trekje in de Middel-
15