Kersttentoonstelling Zeeuwse beeldende kunstenaars Warren Hans Hoeveel waardering men enerzijds ook op kan brengen voor de huisvesting die de tentoonstelling van de „Stich ting Zeeuwse Beeldende Kunstenaars" kreeg: een expositie als deze hoort niet in de Burgerzaal thuis, en het „ensemble", als men het zo noemen mag, van entourage en het gebodene deed te pijnlijker beseffen dat er voor de Zeeuwse hedendaagse kunst een ruimte beschikbaar zou moeten zijn waarin dit werk in alle opzichten tot zijn recht zou kunnen komen. Geen kerken, kelders of burgerzalen, maar moderne, goed verlichte tentoonstellings zalen. Er is veel werk belangeloos en met liefde verricht en de dankbaarheid voor dat alles doet licht de kritiek wellevendheidshalve verstommen, maar het heeft, anderzijds, geen zin een kritische beschouwing te leveren als men onvolkomenheden in presentatie of werk verzwijgt. Welnu: „er was geroeid met de riemen die men had", men was er zelfs in geslaagd de indrukwekkende Burger zaal een beetje te doen vergeten; er was gewoekerd met de belichtingsmogelijkheden, het arrangement was rustig en smaakvol doch welk een onnodige hoofdbrekens moet dit allemaal hebben gekost, en hoeveel beter ware alles nog tot zijn recht gekomen, wanneer de bovenbedoelde expositiezalen in de huidige tijd van weelde toch werkelijk geen overbodige luxe? beschikbaar waren. Op deze expositie waren twaalf leden van de „Stichting Zeeuwse Beeldende Kunstenaars" met werk vertegen woordigd d.w.z. dat ongeveer éénderde van het aantal leden van deze vereniging, die tussen haakjes toch eens een betere naam moest verzinnen, verstek had laten gaan. Spijtig dat met name Duvekot en Rijken niet aan wezig waren. Daar verder streng geselecteerd was, zodat sommige kunstenaars slechts met een of twee werken vertegenwoordigd waren, was de tentoonstelling kwantitatief wel wat pover uitgevallen: een twintigtal schilderijen, dertien plastieken en een vijftigtal tekeningen, zogoed als alle in portefeuille (waaronder van Minderhout alleen al 35 stuks) dat was alles. Nu is het altijd wel prettig, een tentoonstelling te bezoeken die men in een paar uren echt helemaal in zich op kan nemen. Doch wanneer van dat weinige dat geboden wordt ook de kwaliteit af en toe beneden het toelaatbare zakt, kan men een gevoel van teleurstelling moeilijk onderdrukken. Ook al liet een derde van de kunstenaars die tot deze groepering behoren dan verstek gaan, ook al vormt die groep als geheel slechts een fractie van het aantal beeldende kunstenaars in Zeeland, ook al is bij het selecteren mogelijk goed werk afgevallen en minder toegelaten al overweegt men dit alles, dan nog was er beslist weinig reden tot juichen over deze Kersttentoonstelling. Laten we de catalogus op de voet volgen bij deze beschouwing en dus beginnen met Geert van Fastenhout uit Philippine, van wie drie kleine landschapjes hingen in onmogelijke ouderwetse zwartgelakte lijstjes. Totaal ander werk dan men van hem gewend was, doch dat doet er niets toe, wie zoekt vindt mogelijk. We hoorden de naam 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 21