lozen toevalsprodukt en ,,Oude Stad" een intrigerend toevalsprodukt. Het leek wel op het negatief van een onderbelichte foto waarop men dingen vermoedt die er niet zijn ook raadsels en schoonheden die er niet zijn. Lelijke, nauwelijks weggewerkte krassen bewezen dat ook hier het toeval heel veel geholpen heeft het is ons grote bezwaar tegen deze wijze van werken. Het is spelen en net zolang volhouden tot er iets aardigs ontstaat. Men doet het internationaal, en een werk als ,,Oude Stad" komt men behalve in Middelburg ook in Tokyo en in Sao Paulo tegen. Jongschaaps werk heeft ontegenzeggelijk verdienste. Maar tekenen kan hij niet, en dat had hij toch kunnen leren bij Piet Bulthuis (Mid delburg), serieus vakman, van wie twee grote land schappen uit de Dolomieten hingen en voorts een map met tekeningen aanwezig was. Die olieverven waren technisch knap geschilderd; de machtige rotsmassieven en bergweiden waarop de sparren als minuscule stipjes stonden, de ongenaakbare pieken, ze brachten de eer bied die de kunstenaar tegenover dit landschap moet hebben gevoeld op de beschouwer over. Hij heeft die liefde zo ver gevoerd, dat hij om de kleur ,,echt" te maken, vergruizeld berggraniet door zijn verf heeft ge mengd. Doch die kleur was niettemin wat hard en giftig, en éen nuance ontbrak: naast angst en eerbied voelt men altijd een oneindige, oeroude weemoed in zulke verlaten streken, een weemoed die het harde tempert. Bulthuis heeft die of niet gevoeld, of bewust geweerd. Het resultaat is dat zijn doeken brutaal en koud, on poëtisch aandoen. In de map lagen mooie, gedetail leerde tekeningen uit Zuid-Limburg, voorts ook nog al harde schetsen uit de Dolomieten en een aantal beslist lelijke schetsen, met de flowmaster getekend (is er na de balpen een naarder materiaal?) van Veere. Men zou zeggen: die lagen zo klaar voor de toeristen om mee te nemen. Antoine Mes uit Middelburg is een man met heel wat in zijn mars. Jammer daarom dat hij hier zo slecht ver tegenwoordigd was. Drie ontwerpschetsen, éen ervan een soort maquette, voor de wandschilderingen in de vergaderzaal van de Buma te Amsterdam. Die schetsen waren boeiend, werk dat absoluut op peil stond, maar er valt hier verder niets van te zeggen, het kwam niet iot zijn recht. Van Jos But uit St. Anna ter Muiden hingen er drie olieverven die alleen al daarom prettig aandeden omdat ze pretentieloos waren. De koperen bak met meidoorn- takken ach het is allesbehalve een meesterwerk, maar men voelde iets van de ontroering die de schilder heeft ondervonden bij het beleven van die vrolijke witte weelde, en dat sprankje warm gevoel stemt al zo dankbaar dat men sympathie gaat voelen en met een extra-welwillend oog de ,,Bierdijk te Veere" bekijkt, een eenvoudig en door en door Zeeuws tafereel, Zeeuws van kleur en sfeer, en ook volkomen pretentieloos, en daarom aardig, en het wat hoger grijpende „Rommel- asperges te Vrouwenpolder", dramatisch-geel belicht (met wel vee! te hard blauw in de lucht naast dat geel) en toch op een bepaalde manier niet dramatisch genoeg. Van Peter de Jong, Middelburg, stonden er twee beeld houwwerken, waarvan niets goeds te zeggen valt. Zo wel het „Meisjeskopje" als de „Meisjestors" leken ge boren uit een versmelting van een etalagepop met een masker van Brigitte Bardot. Lege, nare gelaatsuitdruk kingen zoals men die ook van „moderne" plastiekjes in de grote warenhuizen kent en die dan de kamers van tieners sieren. Daarbij was de „Meisjestors" zo slap van bouw, zo onge'kund (men zou zeggen: De Jong heeft nog nooit een meisje „gezien", met beeldhouwers- ogen dan) dat het moeilijk was de afkeer te onderdruk ken. Ook de oppervlaktebehandeling van de stukken was naar, het leek wel of ze met bitumen en vuil inge smeerd 'waren. Van de 85 te bezichtigen kunstwerken waren er 35 van Andries Minderhout, Middelburg. Rijkelijk veel, al hin- Jos But„Bierdijk te Veere" 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 23