heden aan te wijzen, gaat hij uit van de stelling dat de mens een dubbel-produkt is. De mens is als vertegen woordiger van zijn soort, waartoe hij als organisme behoort, een biologisch verschijnsel, terwijl hij als mede-arbeider in en aan de maatschappij een cultuur- produkt is. De lichamelijke opvoeding is dus tweeërlei gericht; er is dus een biologisch-cultureel uitgangspunt. Terugkomen op het aspect beweging, dat in de licha melijke opvoeding door zo dicht mogelijk de grens van het kunnen te benaderen in de eerste plaats vor mingselement is, zien wij in de sport de prestatie in onderlinge wedijver zich afspelen op het vlak van de beweging. Een evident kanaal voor de menselijke ont plooiing is hierbij aanwezig, ofschoon een doelbewust gekozen pedagogisch klimaat veelal ontbreekt. Toch is de goede sportleider, die niet alleen technisch, maar ook als mens iets voor zijn leerlingen betekent, een te lang onderschatte kracht in het sportmilieu. Waar mensen samen bezig zijn is alle gelegenheid te helpen vormen. Waar de sportleider is uitgegroeid boven de norm van specialist van een ,,bewegings-object" krijgen de vormende waarden van de sport een extra kans. Vooral leiders van dit formaat zijn aan de basis van de sportbeoefening broodnodig. Niet zwaar genoeg kan op het aambeeld van de leidersvorming worden geslagen. De biologisch-culturele functie van de sport beoefening is in vrijwel geen enkele kring meer een discussiepunt. Wel worden in bepaalde kringen de zedelijke waarden van de wedstrijdsport een vervor ming genoemd, maar men begaat een denkfout door op de misstanden in de groei te wijzen en te zwijgen over de talloze positieve waarden. Geld en publiek zijn slechts randverschijnselen in de sport. Goede leiding, steun van de overheden, van de organisaties en van de publiciteitsmedia kunnen mede waarborgen, dat de op zich zelf niet onaanvaardbare randverschijn selen (recreatie voor de massa) niet groeien tot ge zwellen, die de goede kern dreigen te overschaduwen. Het zijn vooral de topprestaties en uitwassen, die door hun nieuwselement publiciteit krijgen. Wij weten van de ene op de andere dag, dat een scheidsrechter in Brazilië door het sportpubliek werd gemolesteerd, we lezen echter niets over de miljoenen, die op velden en in zalen op dezelfde dag intense vreugden aan hun sportbelevenissen hebben ervaren. Er werd tege moet gekomen aan de drang tot bewegen, tot activiteit en ontspannend bezig zijn, waarbij tallozen zichzelf ontdekten in gebondenheid en verbonden-zijn, in te leurstelling en succes, in spanning en ontspanning, in kracht en behendigheid, de hier en daar gesignaleerde uitwassen van die dag ten spijt. Bij de storm van ontwikkelingen is geen cultuur-aspect onaangeroerd gebleven. Ook de sport maakt een ver sneld ontwikkelingsstadium door, waarbij negativisme in beoordeling of beleving geen onafhankelijke waarde bepalingen oplevert. De sportwereld vertrouwt erop, dat allen, die een open oog hebben voor de geestelijke en lichamelijke volksgezondheid, de sport de helpende hand toesteken bij opleiding en arbeid van leiders, het realiseren van accommodaties, het opwekken van belangstelling en het hernieuwen van organisatievor men. Ook voor de niet in competitie-verband zich ontspannende mens dienen de verenigingen, sportbon den en overheden meer belangstelling te krijgen. Toto-leden, niet-werkende leden en supportersvereni gingen vormen een prettige en vaak niet onaantrek kelijke aanhang; verenigingen, die voor een groot aantal jeugdleden in welke organisatorische vorm dan ook gelegenheid geven tot een gezonde lichamelijke vor ming zijn steunpilaren voor de actieve recreatie. De jeugd vindt tijdens en na zijn schoolperiode in de sportvereniging een voortzettingsmogelijkheid van zijn lichamelijke vorming, die op de school is begonnen. Zo kan de sportbeoefening een voortzetting van de lichamelijke opvoeding zijn. De homo sapiens als homo sedens van onze eeuw zal zijn biologisch zijn moeten herwaarderen. De me chanisatie van arbeidsprocessen met de daarbij on vermijdelijke bewegingsloosheid zal in fysiologische zin door functies gecompenseerd dienen te worden. Fabrieksmilieu en urbanisatie veranderen het levens ritme, waarbij volgens prof. Banning de kernvraag van dit probleem is, hoe met volledige aanvaarding van het industrialisme, de mens als compleetheid zijn kans krijgt tot persoonlijk verantwoordelijk leven. De geestelijke en lichamelijke gevolgen van bewegings armoede en houdingsbederf zijn zeker geen positieve produktiviteitsfaktoren. Enkele bedrijven (P.T.T., A.K.U., Philips, Hoogovens, K.N.H.M., Bijenkorf, ziekenhuizen en kledingindustrieën) hebben in de bedrijfs-lichame- lijke oefening, die in bepaalde omstandigheden tijdens de werktijd wordt gegeven, een waardevol middel ge vonden de arbeidsprestaties te verbeteren. Door pauze- spel, bedrijfsgymnastiek, sport (actieve middelen) ar- beidshouding-bescherming en voorlichting omtrent de juiste beweging (passieve middelen) worden de na delige gevolgen van de industriële arbeid door het bedrijf bestreden. Dat het bedrijfsleven de waarde van alzijdig en doelgericht bewegingsonderwijs niet onder schat kan als waardering voor de lichamelijke op voeding en sport worden opgevat. Ten slotte wil ik in dit artikel de aandacht vragen voor de noden van de sport. De behoefte aan leiders, be- stuurs-kader, accommodaties en financiële middelen is groot. Vele verenigingen hebben een chronisch gebrek aan geld. De inkomsten van de totoleden zijn een druppel op een gloeiende plaat. Goede leiding moet betaald worden. De meeste verenigingen, waarbij in het bijzonder de Zeeuwse clubs kunnen worden ge rekend, kunnen geen verantwoord bestaansminimum aan hun leiders bieden. De tijd is voorbij, dat de technische leiding alleen uit onbetaalde krachten kan worden gevormd. Indien aan de technische kader vorming, de sociale omstandigheden van de sport leider, de bouw van zalen, hallen en baden en de aanleg van sportvelden, speelweiden en voorzieningen voor kamperen, watertoerisme en massarecreatie te lang wordt voorbij gegaan, zal de sport zijn belangrijke functie bij het mede instandhouden van de volksge zondheid voor een belangrijk deel verliezen. Het is op dit moment nog niet duidelijk, of een ander be wegingsfenomeen deze taak zal kunnen overnemen. Voorzieningen stimuleren de sport in hoge mate. Een scheiden voorbeeld kan b.v. gevonden worden in de resultaten met het gebruik van de sporthal te Middel burg. Het is te hopen dat deze en dergelijke voorzie- 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 37