Zeeuwse kroniek
ningen in de directe toekomst een hogere prioriteit
zullen krijgen dan tot nog toe het geval is. Het argu
ment dat sportaccommodaties zo bijzonder duur zijn
is niet overtuigend. Het exploiteren en instandhouden
van accommodaties zijn lasten op begrotingen, die
door het nageslacht als bewijzen van vooruitstrevend
heid zullen worden aangemerkt. Vooral de Rijksover
heid kan het verschijnsel sport niet met nota's blijven
volgen. Ondanks de dankbaarheid voor hetgeen is ge
schied, is een daadwerkelijk ingrijpen van het grootste
belang. De jeugd, die niet kan worden opgevangen,
doordat verenigingen een leden-stop hebben, kan niet
blijvend aan het lijntje worden gehouden. Zij vraagt
bevrediging van haar dadendrang, die via de sport
op een gezonde wijze kan worden gekanaliseerd. Ge
brek aan aandacht wordt des te bedenkelijker, indien
men rekening houdt met de problemen van de beste
dingsmogelijkheden van de steeds groeiende vrije tijd.
De sport verdient meer dan de uiterste rand van de
wetenschappelijke en bestuurlijke belangstelling, die
zij zelfs nog in deze tijd en in ons land op verschil
lende plaatsen geniet.
M. P. de Bruin
Doctor W. S. S. van der Feen-van Benthem Jutting
Foto J. van der Kamp, Amsterdam
Eredoctoraat
Het tijdschrift Beaufortia (1964, vol. 11) is dedicated
to Mrs. W. S. S. van Benthem Jutting." Deze opdracht
hield verband met haar afscheid als conservatrice van
het Zoölogisch museum te Amsterdam, dat op 17 de
cember 1964 tijdens een bijeenkomst zijn bekroning
vond in de toekenning van een eredoctoraat in de
natuurwetenschappen van de Justus Liebiguniversiteit
te Giessen.
Het speciale nummer bevat een biografie van mevrouw
Van der Feen - Van Benthem Jutting, een bibliografie
en een systematische lijst van soorten en variëteiten
door haar beschreven en van de nieuwe namen door
haar gegeven met betrekking tot de Gastropoda (slak
ken). Het is niet het enige tijdschrift, dat aan mevrouw
Van der Feen werd opgedragen. Ook in het tijdschrift
van de Nederlandse malacologische vereniging ,,Baste-
ria" van 1 januari van dit jaar werd een dedicatie
opgenomen, waarin achting en vriendschap door
klinken. De artikelen weerspiegelen volkomen de be
langstellingssfeer van mevrouw Van der Feen, die op
het terrein van de malacologie (alles wat met week
dieren verband houdt) een wereldnaam heeft ver
worven.
Mevrouw Van der Feen zowel als haar echtgenoot,
de zoöloog drs. P. J. van der Feen, hebben beiden in
vele opzichten sterke banden met Zeeland. Wij hopen,
dat wanneer het echtpaar Van der Feen zich in maart
in Domburg zal vestigen, het hun gegeven zal zijn
nog veel op hun beider wetenschappelijke terreinen
te presteren. Zeeland zelf zal hierbij niet worden
vergeten!
34