Het aantal hoofdafwateringsgebieden van 16 wordt teruggebracht tot 14, het aantal lozingspunten van 17 tot 14, Thans watert 16.160 ha af op de Ooster- schelde en het Veerse Meer, terwijl 10.100 ha loost op de Westerschelde. In de nieuwe toestand zal circa 9.100 ha op Oosterschelde en Veerse Meer en ca. 17.160 ha op de Westerschelde afwateren. In 1961 sueerde circa 5.260 ha door middel van sluizen en circa 21.000 ha door middel van gemalen. In de nieuwe toestand wordt dat: 1.830 ha natuurlijke lozing en ongeveer 24.430 ha bemaling. 3. Waterbeheersing Zuid-Beveland ten oosten van het Kanaal Het rapport werd in juli 1964 uitgebracht. Thans bestaat dit gebied uit 11 hoofd afwateringsgebieden. Dit aantal zal teruggebracht worden tot 5. Het aantal lozingspunten vermindert eveneens van 11 tot 5. De totale oppervlakte is circa 7.750 ha. Hiervan loost 653 ha op de Oosterschelde, 1.610 ha op het Kanaal door Zuid-Beveland en 5.487 ha op de Westerschelde. In de nieuwe toestand zal er geen lozing op de Oosterschelde zijn, 1.610 ha lozing op het Kanaal door Zuid-Beveland en 6.200 ha (inclusief 60 ha in te polderen schorren voor de Emmanuëlpolder) op de Westerschelde. In de bestaande toestand sueert 3.461 ha door sluizen en wordt 4.289 ha be malen. In de nieuwe toestand zal voor 2.381 ha natuurlijke lozing plaats vinden als er een sluis bij Bath komt of 557 ha indien er een gemaal bij Bath wordt geplaatst. 4. Werkgroep aanpassing afwatering Walcheren De afwatering van Walcheren moet aangepast worden in verband met: a. de afsluiting van het Veerse Gat, waardoor de getijbeweging is komen te vervallen en natuurlijke lozing hier niet meer mogelijk is en b. de versterking van de hoogwaterkeringen langs de Noordzee en de zee armen vanaf de Veersegatdam tot de afsluitdijk van het Zuid-Sloe. Het gehele afwateringsgebied Walcheren is circa 17.860 ha groot, waarvan 16.530 ha in de polder Walcheren ligt en 1.330 ha in een 16-tal kleinere polders langs Noord- en Zuid-Sloe. De afwateringstoestand van de polder Walcheren is na de herverkavelingen „Walcheren" (1952) en „Kleverskerke" (1963) goed te noemen. De afwatering van de andere polders zal worden ver beterd in het kader van de aanleg van de nieuwe Rijksweg NieuwlandVlis- singen. Noord-Zeeland De in december 1964 opgerichte werkgroep „Waterbeheersing Sint-Philipsland" 144

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 100