Ikonen in Middelburg
Hans Warren
Ikonen zijn sacrale voorwerpen. Zij werden
met bijzondere zorg, na vasten en bidden en
volgens strenge, traditionele regels gemaakt;
zij werden gewijd en vereerd, vaak geslach
ten lang. Doch zij zijn, zoals alle dingen die
de mens maakt, aan lotswisselingen onder
hevig. Ze behoren thuis in de kerk, waar
kaarsen hun diepe kleuren doen glanzen,
waar wierook kringelt en gezang en gebed
opstijgen; ze horen in de hoek van de huis
kamer van gelovigen, waar de bezoeker, al
vorens de gastheer te groeten, eerst de iko
nen zijn eerbied betuigt. De ikoon is zó
heilig, dat zelfs de niet-gelovige in de ban
komt van de metafysische krachten, die
ervan uitstralen.
Het lot heeft de ikonen echter vaak losgerukt
van haar bases, het heeft hen verstrooid her
en der door de wereld; ze zijn soms verkwan
seld, verruild voor een hap eten, een kostuum,
of, nog erger: verkocht, veil geboden voor
geld. Zij kwamen in de kunsthandel, of het
doodgewone schilderijen waren, en haar
prijs hing dan af van de kunstwaarde, niet van
haar mystieke kracht. Zo werden zij verwor
ven door liefhebbers van oude kunst, kwamen
ze in westerse huizen, stille, nu gesloten ven
sters op een andere wereld.
Hoeveel ogen van bezitters zijn opengegaan,
hoevelen hebben leren kijken, dóór het
mooie", door het kunstwerk" heen in die
andere wereld waarop de echte ikoon uit
zicht geeft? Hoevelen zijn er zo rijker gewor
den, vervuld geraakt van een volheid die een
„gewoon" schilderij, zelfs een religieuze
voorstelling, welhaast nooit geven kan? Men
zou het willen weten, men zou in de harten
willen zien als die zonder valse schijn open
staan voor dit mysterie, hun ikoon.
Deze winter, van half november tot half
januari, zijn er een honderdvijftiental van die
ontheemde ikonen uit particulier Nederlands
bezit naar Middelburg gereisd, en zij hebben
daar een tijdelijk tehuis gevonden in de kunst
zaal Van Benthem en Jutting. Door de on
vermoeibare energie van de heer Carrière
en door de warme genegenheid, geschraagd
door diepgaande kennis, van mevrouw Van
Empel-Boddaert, ontstond er in deze zaal een
klein wonder: het was een expositie, maar het
leek tevens een eredienst. Groter hulde kan
men ontheemde ikonen haast niet brengen.
Zij hingen, stonden en lagen daar, als in een
gewijde sfeer, belicht door kaarsen, altaar
lampen en heel discreet opgesteld kunstlicht.
De kaarsen stonden er in mooie, authentieke
kandelaars die, evenals de hangende lamp,
uit een Grieks-orthodoxe kerk afkomstig wa
ren. Een geïmproviseerde ikonostase
ikoonwand met de tulen gordijnen, scheid
de de zaal in tweeën; een tafel met zeer
fraaie tot de liturgie behorende voorwerpen
stond in het „heiligste" deel.
Gedempt waar vandaan? klonken
liturgische gezangen, de geur en de warmte
van de vele brandende kaarsen maakte de
sfeer nog echter. Doch volkómen echt waren
de tientallen ikonen die op de bezoekers
neerkeken, zodat zij er stil en aandachtig
van werden. De mensen bewogen be-
59