DE JEUGD boven de lagere-schoolleeftijd heeft minder belang stelling voor de idealen van de organisaties van de vrije jeugdvorming. Pogingen om de idealen een andere, eigen tijdse, inhoud te geven, slaan bij de jongeren niet aan. Steeds duidelijker worden stemmen gehoord dat de jeugdbeweging niet meer past in de huidige maatschappij, omdat haar wervings kracht is geënt op een eenzijdige verantwoordelijkheid voor de jeugd, namelijk de geloofswereld of de maatschappelijke functie van een groot georganiseerd lichaam als kerk, vak- en standsorga nisatie en politieke partij. Daar waar een organisatie van vrije jeugdvorming haar activiteiten ombuigt concessies doet aan haar doelstelling op grond van het motief van veelzijdige verantwoor delijkheid voor de jeugd, ontwikkelen zich onzuivere werkvormen. De toegevoegde doelstellingen domineren en het ideëel eigene van de organisatie is niet meer waar te maken. Hetzelfde geldt in feite voor het jeugdwerk dat gedaan wordt in het kader van jeugdzorg instellingen. Generatie-bewuste jongeren vormen groepen die zich afzonderen van de volwassenheid. Deze groepsvorming wordt door de volwas senen met tegenzin waargenomen. Voor een toekomstige ontwikke ling zal deze situatie echter als een feitelijkheid moeten worden er kend. Groeperingen van deze tijdsbewuste ongeorganiseerde jon geren zullen een sleutelpositie gaan innemen in de ontmoeting tussen jongeren. Een onlangs verschenen rapport vermeldt, dat de jeugdbeweging zich zonder superioriteitsgevoelens ten aanzien van de „ongeorga niseerde jeugd" zal moeten bezinnen op de eigen positie van haar werk. Deze traditionele organisaties zullen rekening moeten houden met het veranderde maatschappijbeeld. Als suggesties zijn de vol gende vermeld: 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 122