Jeugd hp m -f het werk zoveel mogelijk te decentraliseren; een grote mate van vrijheid voor de plaatselijke afdelingen om tot een eigen vorm geving van het werk te komen maakt het mogelijk in te spelen op veelal van plaats tot plaats sterk uiteenlopende behoeften bij de jeugd; in de activiteiten aansluiting te zoeken bij de onder de jeugd sterk verbreide individualistische instelling; men vermijde mas saal optreden; activiteiten te creëren waar jongeren gedurende één seizoen zin vol aan kunnen deelnemen; de binding aan de organisaties zo weinig mogelijk te accentu eren; men verwijte de leden niet al te spoedig „ontrouw"; men richte zijn activiteiten voor zover mogelijk zodanig in, dat men niet al te afhankelijk is van de trouw van de leden; binnen de organisatie een zo groot mogelijke openheid te be vorderen; men streve geen exclusiviteit na en stelle vraagstukken die door de aangesloten jongeren als „levensproblemen" wor den beschouwd eerlijk ter discussie, daarbij gebruik makend van de medewerking van „andersdenkende" figuren van buiten de eigen kring; formele gezagsverhoudingen tot op zekere hoogte te doen plaatsmaken voor verhoudingen van democratisch deelnemer schap; hoge eisen te stellen aan de kundigheid van de leiding van wie bekendheid met technieken van sociaal groepswerk moet wor den verlangd. In Zeeland zijn deze veranderingen op het terrein van het jeugd leven zich aan het voltrekken. Wijsheid is geboden voor de organi saties van de vrije jeugdvorming, doch ook voor de ouders die hun opgroeiende kinderen moeten laten gaan op de weg naar hun volwassenheid. 167

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 123