verwijdering van afvalwater en van vuil, de gehele biologische, chemische en fysische omgeving, dus ook het zwemwater, het ongedierte en de lucht verontreiniging. Elke concentratie van mensen le vert concentratie van verontreinigingen op, ook in de dorpen en gehuchten. Zou dit dan niet gelden voor het miljoen toeristen en de meer dan 50.000 industrie-arbeiders die wij mogen verwachten? Op het terrein van de recreatie is er nog geen sprake van een beleid ten aanzien van de verkoop van oude verspreide en slecht geoutilleerde wonin gen als vakantiewoningen. Voor de recreatie zoekt men vaak ongerepte terreinen waar echter door de hoge kosten geen wateraansluitingen aanwezig zijn. Consumptietenten en picknickplaatsen hebben geen goede uitrustingen voor afvoer en afvalstof fen. Waar zoet water in de grond wordt gevon den, zoals in de westhoek van Schouwen, wint men zelf water, maar bevuilt men tevens de water voorraad. Men zal zoveel mogelijk gesloten sys temen moeten aanbrengen. Overigens is de toe stand van vele kampeerterreinen redelijk te noe men, al geldt dit niet ten aanzien vele „wilde" terreinen. Als er sprake is van schuld geldt dit ook de vaste bewoners. De situatie is ook sterk afhankelijk van het optreden van de gemeentebe sturen. In verschillende opzichten wordt het toezicht te laat ingeschakeld. Dit geldt bijvoorbeeld kalver- mesterijen, maar ook kleine fabrieken, zoals vis- meelfabrieken. Ook hier speelt de snelle structuur wijziging een rol. Typerend is de vismeelfabriek in Arnemuiden waarvan men de plaats van vestiging geschikt vond, maar die nu een bezwaar gaat opleveren voor de recreatie op het Veerse Meer. Ook verontreinigingen over de staatsgrens heen doen hun intrede, zonder dat men, zoals bij de hoogoven-staalfabriek in Zelzate, kan ingrijpen. Op nieuwe situaties is men nog slecht voorbereid. Hoe het wel kan bewijzen de grote fabrieken, zo als de Dow Chemical in Terneuzen, die hun ont wikkelingsschema's met de inspectie tijdig bespre ken en kennelijk hoge prijs stellen op het vermij den van verontreinigingen. Moderne bedrijfsstra- tegie en milieu-hygiëne gaan hand in hand. Voor de gemeenten, ook de kleinere, is het om finan ciële redenen echter moeilijk deze ontwikkeling te volgen. In de komende tien jaar dient acht te worden ge slagen op wat in de A.N.W.B.-brochure „Vuil wa ter bedreigt ons welzijn" is opgemerkt: „De uit het verleden stammende opvatting, dat bij het af wegen van voor en tegen, de economische belan gen behoren te prevaleren boven welzijnsbelan gen, bestaat nog bij vele bestuurscolleges. Alsof welstand het doel is en niet slechts één der midde len om het algemeen welzijn van de mens te be vorderen". Door het ministerie van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk werden voor de jaren 1960 tot en met 1965 subsidies ten behoeve van de volks gezondheid toegekend tot een waarde van 367.750,Zij hadden betrekking op sociale werkplaatsen in Zierikzee en Hulst, de stichting werkplaatsen (voor geestelijk minder-validen) Wal cheren, wijkgebouwen in Heinkenszand, Hulst, Lewedorp, Oostkapelle, Retranchement, Zoutelan- de, Terhole, Kats en 's-Gravenpolder. 169

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 125