1965 zal begonnen worden met de bouw van een schouwburg met 470 zitplaatsen in samenhang met de bouw van een nieuw lyceum. Voor de verdere versterking van de economische ondergrond werkt het ge meentebestuur aan verdere plannen. Er is een plan door de oud-directeur van de haven van Amsterdam, ir. N. Snijders opgesteld voor het maken van haven- en industrieterreinen aan de oostzijde van het kanaal. Het beslaat netto 100 ha. Een deel er van is nog dit jaar besteksklaar en wel de vergroting van de zuidelijke kanaalhaven en van de Zevenaarhaven. Deze werken zullen eind 1969, tegelijk met de kanaalwerken zelf gereed moeten zijn. Het tweede gedeelte, het graven van een nieuwe kanaalhaven, zal in een later stadium worden uitgevoerd. In totaal komt in dit project 96 ha beschikbaar, waarvoor reeds vele gegadigden zijn. Van groot belang is de verdere uitbouw van de industrieterreinen buiten de sluizen gelegen aan de Westerschelde-oever. Aan de westzijde is reeds 85 ha uitgegeven aan Dow Chemical Internationaal N.V. die een pijpleiding naar Pernis gaat leggen. Met de gemeente Hoek zal 230 ha worden gekocht en bouw rijp gemaakt. Een gedeelte hiervan is bestemd voor toeleveringsbedrijven van Dow. Aan de oostzijde van Terneuzen is nog ruimte voor vestiging van zware industrie op een terrein van ongeveer 1.000 ha. De westelijke terreinen vereisen los- en laadplaatsen in de Westerschelde, verdere uitbouw van de spoorweg- en wegverbinding en elektriciteitsvoorzieningen. De oostelijke terreinen vragen om ophoging van het terrein tot het peil van de zeedijk, het graven van een getij haven die toegankelijk is voor supertankers en aansluiting op het spoorweg en wegennet. Ten slotte is in uitvoering het bouwrijpmaken van 62 ha droog industrieterrein, welk werk nog in 1965 voltooid zal worden. Inmiddels is er reeds 13 ha van uitgegeven. Als ontwikkelingskern maakt Terneuzen aanspraak op rijkssubsidies op de openbare, zogenaamde infrastructuurwerken. Van 1959 tot en met 1963 kon het daardoor werken uitvoeren ten bedrage van 5,8 miljoen, die voornamelijk werden besteed aan toegangswegen tot de stad en werken ten behoeve van de ontsluiting van het toekomstige industrieterrein. Voor de jaren 1965 tot en met 1968 zijn in dit kader werken voorzien ten bedrage van 6,2 miljoen, omvattende de aanleg van verkeerswegen in en naar de stad en van wegen en spoorwegen in het plan-Snijders. Bij dit alles behoort een zestal uitbreidingsplannen die in bewerking zijn en tussen 1965 en 1975 in uitvoering zullen komen. Zij beslaan 6.500 woningen. 171

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 127