Vlissingen met 28.410 inwoners Zeelands grootste stad, vormt tezamen met Middelburg en Souburg een kanaalstad op Walcheren, die 60.000 inwo ners telt en de nieuwe ontwikkeling moet opvangen en stuwen. De Scheldestad heeft twee grote uit breidingsplannen aan de noordzijde. Paauwenburg beslaat 130 ha en heeft een capaciteit van 5.000 woningen voor 18.000 inwoners. Lammerenburg be slaat 135 ha met een vermogen van 6.000 woningen en 19.000 inwoners. Het door Vlissingen momenteel aangehouden bouwvolume beloopt 350 woningen per jaar, rekening houdend met de sanering. Vlissingen heeft plannen voor een klein-industrie- terrein ten westen van het kanaal van 20 ha, dat binnen twee jaar gereed zal zijn. In het structuur plan is 200 ha gereserveerd voor grootindustrie ten oosten van de oude haven van Vlissingen. De perspectieven voor de bouw van een sporthal ten bedrage van 1 miljoen zijn gunstig. In studie is de bouw van een overdekt zwembad van 2,2 miljoen. Het recreatieplan Westduin, ten noordwesten van Vlissingen, is voorbereid door Vlissingen en Kou- dekerke. Het beslaat 95 ha en zal 6 miljoen kosten. Het omvat de aanleg van bossen, tennis banen, een speelterrein, vijvers, een kinderboerde rij, kampeer- en caravanterreinen, zomerwoningen en een jeugdherberg. De bouw van een nieuwe H.T.S. is begonnen en zal in 1968 gereed zijn. De school kost 10 mil joen. Er is voorts een plan voor een nieuw inter naat van de zeevaartschool, met een capaciteit van 400 leerlingen en een begroting van 4,5 mil joen. Ook een uitbreiding van de zeevaartschool zelf is voorzien; deze zal medio 1966 beginnen en beloopt 1,2 miljoen. In het hart van de oude en nieuwe stad vormt zich een nieuw winkelcentrum, waarvoor de vooruitzichten hoopvol zijn. De totale capaciteit van de uitbreidingsplannen in de kanaalstad beloopt tegen de 70.000 inwoners. Daarmee is een periode gemoeid die naar voor lopige schatting tot na 1980 loopt. Voor de triostad mogen wij tot 1975 op grond van gemiddeld berekende bouwvolumes van 11.500 in de komen de tien jaar en op grond van de bezetting der industrieterreinen een toeneming van het in wonertal van 35.000 begroten. Daarmee zou zij een derde beslaan van de totale groei van Zee land. In 1975 zou deze kanaalstad, met Oost- en West-Souburg als essentieel onderdeel, dan bijna 100.000 inwoners tellen. Goes telt 16.440 inwoners. Na 1945 is het gegroeid met 1.000 inwoners per drie jaar. Sedert 1960 is de expansie vooral gebaseerd op de industriali satie. Het gemeentebestuur streeft in de komende tien jaar in de overtuiging dat de schaal met een sprong zal worden vergroot naar een har monische ontwikkeling van het woon- en werk milieu. Stedebouwkundig komt dit neer op het scheppen van in groene zones gevatte woonwijken van 100 ha, die door bossen of parken gescheiden zijn van de industrieterreinen en die gemakkelijk onderling bereikbaar zullen zijn via ontsluitings wegen rondom de binnenstad. Voorts beoogt het stadsbestuur een actieve recrea tie mogelijk te maken op een uitgebreid areaal van sportvelden en met een overdekt zwembad en een sporthal. Voor de culturele ontplooiing is een kleine schouw burg met 250 zitplaatsen dringend nodig, gecom bineerd met een concertzaal en een tentoonstel lingsruimte. Dit complex is gedacht in een fraai aangelegde binnentuin in de binnenstad. Tussen deze „city" en het station moet een ruime gelegen heid worden gevonden voor het parkeren van auto's ten behoeve van het bezoek aan het han dels- en winkelcentrum en de vele kantoorgebou wen. Het onderwijs zal moeten meegroeien, vooral het middelbaar beroepsonderwijs. De aangewezen plaats hiervoor ligt in de buitenwijken. Voor de industrieontwikkeling denkt het gemeente bestuur aan vervanging binnen tien jaar van de oude sluis en aan een vergroting van het kanaal. In de richting van de Goese polder en Kattendijke zijn woonwijken gedacht. Ook het droge industrie-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 130