Winkelcentra
keiapparaat in de komende tien
jaar een geheel nieuw aanzien
krijgen. In Middelburg zal in
een saneringsplan ruimte wor
den gecreëerd voor een uitbrei
ding van het aantal centrum
winkels. Voorts staan in Sou
burg en Renesse plannen op
stapel voor nieuwe winkelcon
centraties.
Bij de winkelplanning in de
nieuwe wijken van Middelburg,
Terneuzen en Goes komen niet
alleen planologische en econo
mische criteria aan de orde,
maar eveneens organisatori
sche. De vraag is daarbij in
hoeverre kan worden tegemoet
gekomen aan de wensen van
de plaatselijke middenstand.
Deze streeft naar het verkrijgen
van prioriteit bij vestiging in
nieuwe winkelcentra. Boven
dien wil men de zekerheid dat
de huur- en koopprijzen niet
hoger zullen zijn dan overeen
komt met de toch al hoge stich-
tingskosten. In dit verband
vraagt een experiment in Mid
delburg-Zuid de aandacht, dat
wellicht in de komende jaren
navolging zal vinden. In Mid
delburg-Zuid hoopt de Stichting
Bedrijfspanden Middelburg in
de loop van 1966 een overdekt
winkelcentrum van 1.300 m2
te realiseren, waarin een super
markt en een tiental winkels ont
worpen zijn. De stichting is tot
stand gekomen door initiatie
ven van de Middelburgse mid
denstandscentrale, het gemeen
tebestuur, het Algemeen Waar
borgfonds voor de middenstand
en een dochteronderneming
van de Nederlandse Midden-
standsbank.
In de nieuwe wijken zal de win
keldichtheid veel lager zijn dan
in de oude wijken. Hierin ko
men de gewijzigde exploitatie
verhoudingen tot uiting.
Het snel groeiende toerisme
zorgt op verschillende plaatsen
voor een welkome aanvulling
van de winkelomzetten. Voor
het verblijfstoerisme in de kust-
badplaatsen en het dagtoerisme
zoals in Middelburg ligt een
voortgezette krachtige expansie
in het verschiet. Voor het grens-
kooptoerisme zoals in Sluis,
Oostburg, Axel en Hulst, zijn de
perspectieven minder duidelijk
door de nivellering van de na
tionale prijsniveaus.
Structurele veranderingen, on
gelijkmatige verdeling van de
regionale groei, accentverschui
vingen tussen winkelcentra en
stadssaneringen zullen vele
middenstanders voor belangrij
ke beslissingen plaatsen. De
keuze tussen beëindiging, mo
dernisering of verplaatsing van
het bedrijf zal vaak moeilijk
zijn. Aan voorlichting van de
zijde van de provincie en de
gemeenten en van de zijde van
branchedeskundigen zal veel be
hoefte bestaan. Onder deze om
standigheden zal ook een ver
steviging van het overleg tussen
de middenstandsorganisaties
onderling van belang zijn.
179