Rekenschap en vraag die buitenstaanders vaak stellen luidt: waarom toch dit alles, waarom niet één provincie waar de rust blijft gehandhaafd en de drift wordt uitgebannen? Wij plegen in ons antwoord dan een citaat van P. H. Ritter jr., kampioen van de lofprijzers der verleden tijd, te geven. In zijn Het Welkom Schan daal, waarin Loftinge in het begin der twintiger jaren voor Middelburg staat, zegt hij het volgende. Het is een afzijdige stad in een afzijdig land.... ver van de bezige stedengemeenschap van het midden des lands. Hij spreekt over anachronistische stoomboten en ponten die niet bij machte zijn om auto's van groot kaliber te dragen. En over zielen die verschrompelen en zich verdoven aan stevige bitteruren en flapperende achterklap. In dit klimaat wil en kan geen Zeeuw meer leven, ook niet terwille van een uitgelezen groep op zoek naar genezing van een neurose. Trouwens zelfs de neurose is vermaatschappelijkt. De ponten moesten groter worden en toen pas hebben wij leren zien dat er geen eind aan is. Als er geen industrie was gekomen dan zou onze bevolking sterk achteruit zijn gaan lopen en ook vele levensvatbare dorpen 189

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 145