1111 Het vuil van vooruit gang en wel vaart Van oost naar west loopt door Nederland een open riool, de Rijn. Honderdduizend dode vissen spoelen aan op het Noordzeestrand. Rotterdam kan van het leidingwater geen thee meer zetten. Stookolie kleeft aan de voetzolen van strandbezoekers. Als het regent valt er roet. De stank van de chemische industrie verpest de steden. Door heel het land verworden bermen tot belten. Men praat en schrijft over leefbaar heid, zoals men in oorlogstijd over vrede spreekt. In Zeeland houdt Pandora haar doos nog gesloten, het valt hier wel mee, we durven Zeeland nog aan prijzen als vakantieland. Intussen neemt de vervuiling van het landschap, met name op Walcheren, waar de meeste mensen wonen, toe. De foto, hierboven afgedrukt, had op honderd en meer plekjes van Walcheren genomen kunnen worden. De kunstmestzakken van boer Janse liggen er knus naast de afgedankte fluitketel van mevrouw Pie- terse, wier vuilnisbak zo vol was. Op de Hoogelandse weg noodde onlangs een versleten divan tot verpozen. De uitgespaarde grasstrook voor het slot Ter Hooge wordt regelmatig, zij het illegaal, als stortplaats ge frequenteerd. In de bomen aan de Breeweg kunt U een paar fietsbanden zien hangen. Het is alleen een kwestie van tijd, om in de smalle bosstrook tussen Dis hoek en Zoutelande een baalzak ijsbekertjes en -lepeltjes bijeen te rapen. De berm van de Vlissingse watergang, tussen Souburg en Middelburg, is laatste rustplaats geworden van veel huisvuil, onder meer van het schier onverwoestbare plastic vaatwerk. Een massale schoonmaakbeurt zou aan het Walcherse landschap besteed zijn. Betrokken instanties, zo als we de overheden bij dergelijke aangelegenheden noemen, zouden er maar niet te lang over moeten 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 25