ACTUELE
ARCHEOLOGIE
Opgravingswerken Duinenabdij
Duinen en Ter Doest
Bij zijn hervormingswerk ging Bernardus van Clairvaux
uit van de regel: bid en werk. Geheel het werk van de
Cisterciënsers die in het middeleeuws Zeeland en
(Zeeuwsch-)Vlaanderen zoveel bedijkings- en ontgin
ningswerken ondernomen hebben, was gebouwd op
het: ora et labora.
Wanneer in 1138 abt Fulco de Benedictijnerabdij Dui
nen bij Veurne afstaat aan Bernardus en zijn Cister
ciënsers is deze abdij, gelegen in de duinen van
Koksijde ten zuiden van Oostende, de eerste van de
orde der Cisterciënsers zo geheten omdat zij leef
den naar de regel van Citeaux in Vlaanderen.
Het zou geen dertig jaar duren in de periode
1174-1177 dat Ter Doest als dochterstichting van
Duinen aan de Cisterciënsers werd afgestaan. Van
de abdij Ter Doest, gelegen te Lissewege, is nog de
indrukwekkende schuur uit haar bloeiperiode overge
bleven. Van de Duinenabdij kon men twintig jaar
geleden zeggen met het woord van de psalmdichter:
men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.
Omdat het werk van de Cisterciënsers en de andere
abdijen in Zeeland en (Zeeuwsch-) Vlaanderen ge
durende de middeleeuwen door hun op rationele wijze
exploiteren van groot-landbouwbedrijven van groot
belang is geweest, waarbij de geestelijke invloed van
de kloostergemeenschappen zeker niet uit het oog
mag worden verloren, is het de moeite waard enige
aandacht te besteden aan het in 1949 begonnen op-
gravingswerk van de Duinenabdij te Koksijde.
Het museum aldaar is tevens de zetel van de vereniging
zonder winstgevend doel: Wetenschappelijk en Kultu-
reel Centrum van de Duinenabdij en de Westhoek. Dit
centrum geeft een bulletin uit waarvan het gecombi
neerde 8 en 9 in december 1964 is verschenen. Een
deel van de fundamenten en muurrestanten van het
machtige gebouwencomplex, omstreeks 1800 al geheel
Zicht op het lekebroedersstraatje in Duinenabdij