Aanloop
1961-1965
gepast. Zo bezien valt de aanloop in Zeeland veel later dan
in de Randstad. Groei en ontwikkeling zie slechts de re
centelijk nog teruglopende beroepsbevolking breken in Zee
land nog maar juist door. Kettingreacties en groei-impulsen
kondigen zich aan bijvoorbeeld in de watervoorziening en
de woningbouw. Tot voor kort waren deze gegevens statisch.
De nieuwe sociale waarderingen zijn eveneens nog pril. De
sociaal-psychologische weerstand tegen industrievestigingen is
niet zo lang geleden gebroken. Het openbaar bestuur, de ge
vestigde industrie, de landbouw en de kerkgenootschappen
hebben het industrialisatieproces positief aanvaard.
De voorbeelden van de automatische reacties zijn nog schaars,
maar zij zullen in de komende periode groter in aantal wor
den. Drie willen wij er noemen. De landbouwrationalisatie is een
collectief en individueel zeer doelbewuste activiteit geworden.
Het toerisme vertoont sedert enige jaren een groeiproces, waar
van wij de cijfers elk jaar bekijken alsof het het aantal binnen
gekomen schepen in de haven van Rotterdam betreft. Het kent
geen weg terug of stagnatie meer.
Ten slotte Terneuzen. Vergelijken wij de ontwikkeling met die
in andere gemeenten dan kan men constateren dat de in
dustriële groei van Dow Chemical en Philips maar ook van
toeleveringsbedrijven en van het soort bedrijven dat er zich
wil vestigen een vanzelfsprekend karakter heeft gekregen.
Het grote punt is, dat een agglomeratie van vestigingen zoveel
bijkomende voordelen schept dat het zich vestigen minder
financiële offers gaat vergen. Elders moet men meer van geval
tot geval een door andere provincies betwiste acquisitie plegen.
Dit zal ook voor de zeehaven Vlissingen-Oost gelden en dat
komt dan neer op de erkenning van de twee zeehavens als de
twee „trekpaarden" van onze provincie.
Ietwat overdreven uitgedrukt zou men voor de drie voorbeelden
kunnen stellen dat het moment aanbreekt dat de ontwikkeling
vanzelf op ons afkomt en zich dan spreidt over het gehele
gewest. Als dat het geval is kan men van het volgende stadium
spreken dat de economie de „volle wasdom" noemt. In 1975
zullen wij dit bereikt moeten hebben.