absolute zin elk jaar groter wordt. Dit laatste leidt
er toe dat het inwonertal dat thans ruim 290.000
bedraagt, in 1975 388.000 zal zijn, in 1985 520.000,
in 1995 696.000 en in 2000' dus 800.000. De groei
beloopt dan tegen 1975 11.000 inwoners per jaar,
tegen 1985 15.000 inwoners, tegen 1995 20.000 in
woners en tegen het jaar 2000 23.000 inwoners.
In 1975 betekent dit drie maal het geboorteover
schot, dat overigens bij een toenemen en ver
jongen van de bevolking natuurlijk stijgt.
Het is een ambitieus maar gelukkig soepel pro
gramma. Die souplesse bestaat namelijk daarin
dat naarmate de tijd verloopt de werkhypothese
kan worden verlaagd of verhoogd. Het gevolg zal
in hef eerste geval zijn dat de aanleg van industrie
terreinen wordt vertraagd, de bouwcapaciteit min
der wordt opgevoerd, de uitbreidingsplannen wat
langzamer zullen worden verwerkelijkt of wat de
watervoorziening betreft dat er een spaarbekken
minder wordt aangelegd. Verhoging van het tempo
is natuurlijk ook mogelijk. In het vervolg zullen wij
zien tot welke consequenties dit alles kan leiden.