WONINGBOUW
y'
y
1955 1365 1970 19 75 19SS 1995 2000
Industrie f 18.643.000,
Landbouw 115.000,
Economische Diensten 4.943.000,
Sociale Diensten en Overheid 13.819.000,
Totaal 37.520.000,—
De goedkeuringen voor gebouwen met een investering van 10.000,tot
100.000,beliepen 9,3 miljoen, die voor gemeentelijke goedkeuringen
tussen 2.000,en 10.000,9,8 miljoen, die voor bijzondere contingenten
(rijksgebouwendienst, provinciale waterstaat e.d.) 7,7 miljoen en die voor het
amoveren van bedrijfspanden 364.000,-In totaal is het bedrag van de
goedkeuringen voor bedrijfspanden te stellen op 64,8 miljoen. De woning
bouw over 1964 vroeg ongeveer 45 miljoen aan investeringen.
Er is geen reden aan te nemen dat deze sectoren bij de toeneming van de
woningbouw zullen achterblijven. Zo is bij meer vrijheid in de recreatiesector,
die sterk in de ontwikkeling wordt beknot, een aanmerkelijke groei te ver
wachten. De fabrieksbouw zal een versnelde ontwikkeling te zien geven. In
de sector winkels staat de reconstructie verdwijnen van randbedrijven,
nieuwe distributievormen, nieuwe winkelcentra nog pas aan het begin. Ook
de energievoorziening en het onderwijs staan voor een snelle ontwikkeling en
modernisering.
Aan de verwerkelijking van deze ideeën wordt systematisch gewerkt. Gestreefd
wordt naar de vestiging van een of twee produktiebedrijven die, volgens de
baksteenmontagebouw, de woningen grotendeels in de fabriek produceren.
Hierbij wordt gedacht aan vestiging in de zwaartepunten van de Zeeuwse
economie, de kanaalzones op Walcheren en in Zeeuwsch-Vlaanderen. De capa
citeit van elk is voorlopig 300 woningen per jaar. De mogelijkheid wordt onder
zocht van een mobiele fabriek die telkens op een andere bouwplaats zal werken.
De bouwstromen zwellen dus aan. De steden verkrijgen daarmee de zekerheid
uit te groeien. Voor het platteland ligt er een mogelijkheid opgesloten tot
spelingen, die het voorheen miste: die van het volgen en stuwen van een
welvaartsontwikkeling en van nieuwe voorkeuren van wonen.
De directeur van de volkshuisvesting in Zeeland heeft het oog op een libera
lisatie van de rayonsgewijze beheersing van de bouwmarkt. Het werken met
grotere eenheden bouwtechnisch, maar ook in de gemeenteadministratie
schept deze mogelijkheid intern. Naar buiten gezien ontstaat zij omdat Zeeland
een eigen regio is, ietwat terzijde van overig Nederland, zodat er geen gevaar
van „overvloeien" van capaciteit is. Voor deze zienswijze is de aandacht op
het ministerie groeiende.
111