Ook in West- en Oost-Vlaanderen en
noordwest Frankrijk ziet men het grote nut
in. E.T.I.-prognoses wijzen op een verkeer
van 11.000 auto's per dag in 1970 en 27.000
in 1980. Een constructie van ruim 1 mil
jard zou dan zelfs nationaal-economisch
rendabel zijn. Over de kosten valt nog niet
veel te zeggen - prof. F. F. F. E. van Rum-
melen sprak over 400 miljoen voor een
spoor- en wegverbinding maar zeker is
dat die rentabiliteit er met het huidige ver
keer al zou zijn.
De nieuwe verkeerssituatie wordt nog ge
accentueerd door industriële en recreatieve
ontwikkelingen en bovenal door de specta
culaire toeneming van het motorrijtuigen-
verkeer van de laatste jaren. Om die ont
wikkeling letterlijk en figuurlijk in goede
banen te leiden is een grootscheepse aan
pak nodig van de aanleg en verbetering
van het primaire en secundaire wegennet.
De provincie, eenmaal A gezegd hebben
de, liet het B hierop volgen in de vorm van
een eerste vijfjarenplan voor de provinciale
wegen.
Enkele hoofdverbindingen, die volle aan
dacht vragen zijn:
Schoondijke-Nieuw Namen, met een zij
tak naar de kust;
Zierikzee-Goes-Vlissingen;
Colijnsplaat-Vlissingen over Walcheren
met een zijtak naar Domburg;
Kapelle-Zuid-Sloe;
Zierikzee-Westenschouwen;
Herziening van de ontsluiting van Tho-
len.
Deze zullen in het kader van het vijfjaren
plan grondig worden verbeterd. De ont
werpen daarvoor moeten constructief gro
ter van opzet worden dan gebruikelijk is:
op de duur zal als uitgangspunt gelden dat
interlocale verbindingen kruisingsvrij beho
ren te zijn. Het investeringsprogramma om
vat 60 miljoen.
Het grote wegennet zal een streek echter
alleen goed dienen als ook de bijbehoren
de voorzieningen in orde zijn. Te denken
valt daarbij aan een goed net van tertiaire
en kwartaire wegen, maar ook aan rijwiel
en voetpaden, picknick- en parkeerplaatsen.
Veertig jaar geleden toen het eerste Rijks
wegenplan van kracht werd was het ver
keer over de weg bijna geheel radiaal ge
bonden aan de streekcentra. Overal gold
dit beeld, maar door de eilandsgewijze op
bouw in Zeeland meer nog dan elders. Het
latere wegennet en a fortiori het wegen
net waaraan wordt gebouwd draagt zijn
accent vooral in de doorverbindingen, is
dus meer lateraal of parallel van karakter.
Dit betekent evenwel dat de radiale ver
bindingen weer veel meer verkeer dan vroe
ger te verwerken krijgen. Die tertiaire en
kwartaire wegen zijn en worden vooral
door de ruilverkavelingen gemoderniseerd,
zodat gesteld kan worden dat in dit op
zicht Zeeland aan de eisen van een toe
komstige opmaak voldoet.
126