Bij alle beschouwingen over het jaar 2000 gaat men er altijd van uit dat deze ruim 20 miljoen Nederlanders er zullen zijn en men toont aan voor welke problemen men bijvoorbeeld op het gebied van de luchtveront reiniging, de watervoorziening, de huizenbouw, de wegen e.d. komt te staan. Geen van deze beschouwingen is erg optimistisch en toont ons een beeld waar wij verlangend naar uit moeten zien. Het is daarom merkwaardig dat niemand de conclusie durft te trekken dat al deze problemen niet zo erg zouden zijn wanneer er minder mensen waren. Gezien het feit dat er nog 12,5 miljoen mensen geboren moeten worden moet het toch mogelijk zijn dit aantal aanzienlijk te laten verminderen zonder ouders van het geluk van het hebben van kinderen te beroven. In "The Economist" schrijft een correspondent: "The development of the pill (together with greater use of intra-uterine devices and the prospect of contraception by injection) and the softening of the Roman Catholic opposition to "family planning" are propelling the United States toward a period when birth control will be not only a private practice but also a public goal". Het zou wenselijk zijn dat hij over Nederland ook zou kunnen schrijven dat birth control een public goal is! Wanneer men de conclusie van de vooruitzichten samenvat zou men kunnen zeggen dat Nederland in het jaar 2000 een gebied zal zijn waar te veel mensen in te kleine huizen wonen, terwijl ze te weinig, vies smakend water tot hun beschikking hebben, ze sterk verontreinigde lucht moeten inademen en zich over te volle wegen met een gemiddelde snelheid van misschien 10 km per uur van en naar hun werk en hun ontspanningsgebieden, zo die er dan nog zijn, kunnen bewegen. Het ware veel beter wanneer men zou kunnen schrijven dat in het jaar 2000 in Nederland veel minder mensen zouden leven die wonen in comfortabele huizen, waar bij ze kunnen profiteren van de technische mogelijk heden die er dan zijn en ze kunnen genieten van de natuur in een zuivere lucht, met helder water, terwijl ze zich zonder ergernis over te volle wegen, kun nen verplaatsen van en naar hun werk. Dit beeld zou meer getuigen van welvaart en welzijn dan het beeld dat men zich kan vormen op grond van het lezen van allerlei serieuze rapporten over de toekomst, waarin ervan uitgegaan wordt dat het Ne derlandse volk zich blijft vermenigvuldigen op een wijze zoals nu gangbaar is. Prof. Thijsse 2) heeft zijn gedachten laten gaan over de verdeling van deze 20 miljoen mensen over Nederland en hij heeft Zeeland 2 x 0,5 miljoen mensen toebe dacht. Eén zo'n massa mensen in Terneuzen en om geving en de andere tussen Goes en Vlissingen. Uit bovenstaande zult U ongetwijfeld de indruk ge kregen hebben dat de toekomst van Nederland vol met 20 miljoen mensen mij niet aanlokt, maar nog minder lokt mij de mogelijkheid dat Zeeland binnen 35 jaar bijna 4 x zoveel mensen zal herbergen dan thans het geval is. 1) The Economist, May 29, 1965, p. 1036. 2) J. P. Thijsse: Enkele gedachten over het ruimtelijk beeld van Nederland in het jaar 2000 bij een bevolking van 20 miljoen, '63, p. 12. 3) Persdocumentatie. Eén miljoen woningen 1954-1962, Ministe rie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid '62, bijlage 8. Voor het gebied langs het kanaal van Gent naar Ter- neuzen is dat, gezien de enorme ontwikkeling die daar aan de gang is een reële voorspelling, wanneer het Nederlandse volk zich inderdaad uitbreidt tot ruim 20 miljoen mensen in 35 jaar. Voor het tweede gebied Goes MiddelburgVlissin gen, is het gelukkig anders gesteld. Daar zijn nog geen zich in de toekomst sterk expanderende industrieën gevestigd en daar kan dus nog een keuze gemaakt worden. Er wordt wel veel over het industria liseren rond het havengebied in het Zuid-Sloe gepraat, maar veel heeft dit nog niet opgeleverd. Er is dus het zij nogmaals gezegd nog een mo gelijkheid om te kiezen, en wel tussen wat men zou kunnen noemen een normale ontwikkeling van Midden- Zeeland en wat ik zou willen noemen een abnormale, onnatuurlijke, geforceerde ontwikkeling van Midden- Zeeland. Een normale ontwikkeling van het bevolkingsaantal tot het jaar 2000 tussen Goes en Vlissingen zou zijn 5/z x 90.000 mensen 150.000 mensen (naar analogie van heel Nederland 5lz x 12.106 20.106). Daar Zee land het laagste geboorte-overschot heeft van ons land zal het aantal van 150.000 mensen .niet bereikt worden wanneer dit overschot niet verandert. Het zou een geforceerde, onnatuurlijke ontwikkeling zijn wanneer de bevolking in 35 jaar zou stijgen van 90.000 mensen tot 500.000 mensen. Dit is 350.000 mensen meer dan de natuurlijke groei, wat neerkomt op gemiddeld per jaar 10.000 mensen extra. Daar de gemiddelde gezinsgrootte in Nederland 3,4 persoon is, zouden voor deze 10.000 mensen per jaar 3.000 woningen extra gebouwd moeten worden. Uit een publikatie van het Ministerie van Volkshuis vesting en Bouwnijverheid 3) blijkt dat voor elke 40 woningen 1 ha grond nodig is. Voor 3.000 woningen zijn dus per jaar alleen al ruim 75 ha grond nodig. Uit dezelfde publikatie blijkt dat gemiddeld nog ruim x 75 ruim 100 ha grond nodig is voor industrie, handel en ontspanningsterreinen, straten, wegen, scho len, kerken e.d., samen ruim 175 ha en tot het jaar 2000 ruim 6100 ha extra. Om een indruk te geven van de oppervlakte van zo'n gebied kan het volgende medegedeeld worden. De totale opervlakte van het eiland Walcheren tot aan de laagwaterlijn bedraagt 21.500 ha. De oppervlakte van alle steden en dorpen op het eiland Walcheren bedraagt 1093 ha. Industrie-terreinen beslaan 150 ha. 56 ha is bebouwd voor recreatie. In totaal dus 1300 ha. Van de totale oppervlakte van Walcheren zou dus bijna 5 x zoveel grond onttrokken worden voor de bebouwing van woningen en industrie-terreinen dan thans het geval is als deze 350.000 mensen extra voor Midden-Zeeland op Walcheren zouden gaan werken en wonen. Wanneer er echter enige petro-chemische industrieën gevestigd zouden worden, zou de hoeveelheid grond die beschikbaar moet zijn nog veel groter moeten zijn want naar mij uit betrouwbare bron is medegedeeld rekent men in deze industrietak een 1500 ha grond om aan 4.000 mensen werk te geven. Hierbij zijn dan in begrepen allerlei kleine toeleveringsindustrieën. Wanneer men de gemiddelde gezinsgrootte op 3,5 persoon stelt, komen er in de 35 jaar die ons nog 238

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 2