nyet en connen of mogen laten ceseeren, naerdien
het Woort Gods es een spijze der zielen, daer mede
zij geestelijck gevoet worden", zo verzoeken zij
een „bequaéme plaetse binnen deser stede ofte
vrijheit." De Raad van Zierikzee heeft gedeputeer
den naar Antwerpen gezonden, naar de stadhou
der prins Willem van Oranje, om advies. Besloten
wordt dat de predikant en de zijnen zich moeten
houden aan het besluit van de hertogin, n.a.v. het
verzoek van de Edelen. „Dat de nieuwe predicatien
zullen moeten geschijen a I leen I i j ck buyten de ste
den daer die nijwe predicatien gebeurt zijn ende
anders nijet, in welken gevalle men hun aldaer ghen
beleth doen zal ter tijt toe dat bij de Coninklijke
Majesteit ende bij advies van zijne generale staten
geordoneert zal wesen. Onder voorwaarde dat de
predicatie zal geschieden zonder wapenen en dat
men niet zal beletten de oude katholieke religie
noch de uitoefening daarvan.
Prediking van de
Nieuwe Leer te Haamstede
Op 29 augustus 1566 ontving de overheid van
Haamstede een brief van de Rentmeester Beoosten-
schelde, dat zij beeldenstorm en kerkschending
moest voorkomen. Op diezelfde dag kwam Jacob
Jorisse in het geheim te Haamstede met enige aan
hangers uit Zierikzee, onder wie Jan Kempeszoon,
Pieter Provoost, mr. Jan Ouwe Janszoon, Jan de
Houtsager en enkele andere onbekende personen
„gewapent met hantgeschut, hellebaarden en an
der geweer. Ende es des achternoens de voorz.
Jacob Jorisz., vergeselschapt met heer Cornelis
Sijmonsz., pastoer van hiaemstede inde kerck ge-
comen ende heeft aldaer gepredict voor deerste
reyse ende was om nijewsgiericheijt van veel volcx
gevolcht". Toen Bruynick van Wijngaerden hiervan
kennis kreeg, heeft hij de schout bevolen dat men
de prediker het voortaan beletten zou. Op 12 sep
tember komt Jacob Jorisse weer te Haamstede. De
kerk is gesloten, maar met hulp van heer Cornelis
Symons, pastoor, is hij de kerk binnengegaan en
heeft gepreekt „voor veel voles van alle canten
aldaer gecomen zo het weeckmarckt was". Hij zei
dat hij deze keer, net als de eerste keer niet met
wapens zou gekomen zijn, als hij niet bedreigd
was. Hij kwam voor de tweede keer, omdat hij ver
nomen had dat een broeder Augustijn van Leliën-
dale (klooster te Burgh) met hem wilde disputeren.
De Rentmeester vond het tweemaal preken van
Jacob Jorisse in de kerk te Haamstede zo'n ern
stige zaak dat hij naar Antwerpen reisde om de
stadhouder van Holland en Zeeland, de prins van
Oranje, er over aan te spreken. Bij schrijven van
1 september had de prins al militaire hulp aan
de Raad van Zierikzee toegezegd om de orde te
handhaven. Nu gaf de prins een schrijven mee
voor de overheid in Haamstede, dat daar geen
prediking meer mocht worden toegelaten.
De pastoor van Haamstede Cornelis Symons moest
de vlucht nemen. De kerkdienst werd nu waarge
nomen door de mede-pastoor heer Andries en en
kele religieuzen. In Zierikzee en op andere plaat
sen hield Cornelis Symons zich verborgen. De
Rentmeester had hem graag gearresteerd, zo ver
klaarde hij „hadde hij vindelick geweest". Na de
overgang van Schouwen-Duiveland in 1572, is Cor
nelis Symons blijkbaar de eerste predikant van
Haamstede geworden. Op het predikantenbord
van Haamstede staat: 1573-1577: Cornelis Symons.
Blijkens de Notulen van de prov. Synode van
Dordrecht in 1574 is ene Cornelis Symons predi
kant van Haamstede. Blijkens een aantekening bij
Grijpink, Register op de Parochiën, altaren en vi-
carien, etc. (Scaldia blz. 40), is Cornelis Symons in
1558 pastoor geworden in Haamstede en in 1567
ontslagen. Hij eindigde zijn ambtsbediening als
eerste predikant der Hervormde Gemeente van
Haamstede.
Zierikzee
In september 1566 hebben enige personen „van
diversche gesintheyt ende secten up tstuck van de
religie hen vervordert up de gasthuysbrugge deen
tegens den anderen met vyerigen gelaet te dispu
teren ende argueren up eenige poincten raeckende
tstuck van de religie ten bijwesen ende aenhoren
van de gemeente deser stede." Als Jacob Jorisse
vraagt om te mogen disputeren met een ieraar van
de Dopers wordt hem dat 21 september verboden.
De 28ste september verzoeken de kapitteiheren van
St. Lievensmonster hun kerk weer te mogen openen
die in augustus wegens dreiging van beeldenstorm
was gesloten. Pas 1 oktober krijgen ze nun zin en
gaat de St. Lievensmonsterkerk weer open „voor
de gewoonlijcke ceremonien van de oude catho-
lijcke religie, mits dat de geestelijcken de selve
horas mutatinas (metten) ende anderen, mitsgaders
de hooftmisse aen ende aen zullen continueren
zonder eenige interruptie ofte interval van tijde
daer fusschen te laeten." Na de dienst moeten ze
de kerk sluiten en ze mogen alleen aan het hoofd
altaar dienst doen.
Op 3 november wordt ook in Zierikzee een ver
zoekschrift om godsdienstvrijheid ingediend op
naam van de Edelen, om voor veel geld, van de
koning deze godsdienstvrijheid te verkrijgen. De
indieners van het verzoek zijn Couwenburg Piefer-
soen en Jan Kempeszoon. In 1567 hebben zij de
vlucht moeten nemen, evenals andere aanhangers
van de nieuwe leer: Willem Schenck, Bartholomeus
Aliaens Cauwe, Rochus Adriaensoen Hoffer, Jan de
Wever, Jan de Houtsager en Meester Jasper Jans-
soen, barbier. Over deze personen nog enkele
nadere bijzonderheden: Pieter Couwenberg werd
bij vonnis van de Raad van Beroerten van 8 nov.
1568 verbannen en zijn goederen verbeurd ver
klaard. Hij was klerk van de weeskamer te Zierik
zee en loper van het Consistorie, vluchtte met
vrouw, dienstbode en 3 kinderen naar Norwich in
Engeland waarheen ook Rochus Hoffer de wijk had
genomen. Bartholomeus Aliaens (of Adriaensz) Cau
(gest. 1603) was ook loper geweest van de secre
tarissen, had heimelijke bijeenkomsten in zijn huis
gehouden en was een groot begunstiger van de
sectarische predikanten geweest.
Met Kerstmis 1566 is voor de eerste maal het H.
Avondmaal te Zierikzee gevierd. We lezen in de
verhoren: „na augustus is er bij langheijt van tijde
onder de Calvinisten consistorie gehouden ende
281