SCHEGBEELDEN IN HET MUSEUM
de grote geliefden
van alle zeeën
hier staan zij
als een ding tussen dingen
in de boenwasgeur
van een zaal
hunkerend met borsten en schoot
naar het atletenlijf
van de golven
luisterend met het hoofd
of zij het van achter de eeuwen
misschien nog eens zullen horen
de vloek van maats en matrozen
het lied der conquistadoren
met hun blinde vervoerde blik
slechten zij de muren rondom
tot een horizon zonder eind
zingend met gebarsten lippen
het lied
van de wijdheid
der aarde
WILLEM ENZINCK
DE BOOM
het oog
van de jongen
klom langs de stam
omhoog,
hees zich
van tak tot tak
en wiegde zich
lang
in het groene nest
van de kruin
het oog
van de man
liefkoost
even weemoedig
die kleinere hemel
van blaren en takken,
volgt dan de stam
omlaag
tot de grond
en dwaalt
door het
duistere labyrinth
van de wortels
de boom staat
en ruist
WILLEM ENZINCK
289