aantal zelfmoorden per 10 jaar per 1000 inwoners 1. West-Zeeuwsch-Vlaanderen 1,3 met vooral de streek Aardenburg-Oostburg 1,7 2. de streek Hoek-Biervliet-IJzendijke 1,2 3. het eiland Schouwen-Duiveland 1,2 4. het eiland Walcheren 1,1 5. het eiland Tholen 1,0 De laagste zelfmoordcijfers vertoonden: 1. de streek Hulst-Clinge-Graauw c.a0,3 2. Zuid-Beveland 0,5 met vooral de streek 's-Heerenhoek-Ovezan- de 0,1 De vier grootste Zeeuwse steden geven de volgen de cijfers te zien 1. Middelburg 1,4 2. Vlissingen 0,9 3. Terneuzen 0,8 4. Goes 0,4 Voor een meer schematisch en totaal overzicht zie men het aan de hand van de berekende cijfers gemaakte cartogram. De hierboven weergegeven cijfers sluiten aan bij de door Kruijt gedane onderzoekingen. Hij komt namelijk tot de conclusie dat enkele van de Zuid- ho'iandse en Zeeuwse eilanden met West-Zeeuwsch- Vlaanderen een zeer hoog zelfmoordcijfer verto nen. Zijn onderzoekingen strekten zich uit over de periode 1936 tot en met 1952. Algemeen geldende determinanten Kruijt heeft in zijn reeds hiervoor aangehaalde studie duidelijk aangetoond dat de zelfmoordcijfers in de rooms-katholieke provincies en landstreken lager liggen dan in de overwegend protestantse gedeelten. Landelijk gezien blijken onder meer de provincies Limburg en Noord-Brabant gebieden te zijn met lage zelfmoordcijfers. Ons onderzoek sluif zich ook ten deze bij Kruijt aan en laat duidelijk zien, dat de uitgesproken rooms-katholieke gedeelten van de provincie Zee land een laag zelfmoordcijfer hebben. Naast het verschil in godsdienst, waarbij inbegre pen de verschillende richtingen in de protestantse sector, blijkt volgens Kruijt ook de factor leeftijd van groot belang te zijn. Genoemde auteur zegt hierover: „Tevens is vast komen te staan, dat de verdeling van de bevolking over de diverse kerke lijke gezindten de krachtigste invloed op de hoogte van de regionale zelfmoordcijfers heeft. Op de factor godsdienst volgt na de mate van belangrijk heid op korte afstand de factor leeftijd. Vooral het hoge zelfmoordcijfer van de provincie Zeeland dient tegen de achtergrond van de demografische structuur (sterk verouderde bevolking) te worden gezien. De factor beroep en burgerlijke staat blij ken ten slotte voor de verklaring van de regionale verschillen tussen de zelfmoordcijfers van aantoon baar minder gewicht te zijn". Mogelijke determinanten voor Zeeland Hoewel hef zeer riskant is om voor het verschijnsel van de zelfmoord zonder meer determinanten op te sommen, daar veelal niet één doch een complex van factoren tot suicide leiden, lijkt het mij toch nuttig om te trachten enkele algemene factoren te analyseren. Allereerst de kerkelijke gezindte. Kruijt toont aan dat in Zeeland hef zelfmoordcijfer voor gereformeerden hoog ligt (148 tegen 59 in het gehele land) en legt verband met het zogenaamde bevindelijke christendom. Volgens Meerfens vindt deze godsdienstige richting de meeste aanhangers onder de sectarische groe pen (de gereformeerde gemeenten en de oud-gere- fcrmeerden), maar ontmoet men ze ook bij de andere protestantse gezindten (gereformeerden en hervormden). In zijn „De Zeeuwen" zegt genoemde auteur: „Er ligt ongetwijfeld verband tussen deze uitzichtloze, in-sombere levensbeschouwing en het grote percentage krankzinnigen en zelfmoorden, vooral op Goeree en Overflakkee, maar ook op de Zeeuwse eilanden". 2) Wat betreft de factor leeftijd kan worden opge merkt dat de provincie Zeeland tot nu toe steeds één van de gebieden is geweest met het grootste aantal bejaarden. Volgens de volkstelling van 31 mei 1947 was het percentage mannen van 65 jaar en ouder in Noord-Nederland 10,1; in Oost-Neder land 9,3; in West-Nederland 8,3; in Zeeland 11,4 en in de beide zuidelijke provincies 7,8. Wij mogen zonder meer aannemen dat het percentage be jaarden in onze provincie nog steeds een hoog cijfer vertoont. Het is dan ook begrijpelijk, dat dit hoge percen tage bejaarden, samen met het feit dat sommige bewoners van onze provincie een grotere neiging tot zelfmoord hebben, van invloed moet zijn op het hoge niveau van de zelfmoordcijfers in Zee land. Het zou in het bestek van dit artikel te ver voeren om voor alle streken specifieke determinanten op te sporen. Voor één aspect wil ik echter gaarne een uitzon dering maken, namelijk voor de geconstateerde hogere zelfmoordcijfers in West-Zeeuwsch-Vlaan- deren. Vergeleken met andere gebieden in onze provincie zal deze streek, wat betreft het cijfer van het aan tal bejaarden, niet veel verschillen met de rest van de provincie, zodat in dit aspect niet naar het grotere aantal gezocht behoeft te worden. Ook het hierboven genoemde bevindelijke chris tendom is niet specifiek voor West-Zeeuwsch-Vlaan- deren, integendeel, geconstateerd kan worden dat juist West-Zeeuwsch-Vlaanderen, vele protestanten kent die meer een vrijzinnige richting zijn toege daan. Hier komt nog bij dat in deze streek daar naast een niet gering percentage rooms-katholie- ken woont. Ter illustratie vermeldt tabel III een overzicht naar kerkgenootschap van 49 zelfmoordgevallen in West- Zeeuwsch-Vlaanderen in de periode 1945 tot en met 1963. 271

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 3