Hans Warren Men moet waarschijnlijk opgegroeid zijn met de Cronyk van Smallegange om er het leven lang een zwak voor te houden. Die Cronyk was een boek waar ik in mijn kinderjaren met groot ontzag naar keek. Oude foliobijbels hadden wel een indrukwekkend uiterlijk, maar er waren er zoveel. Ik had er zelf een gekregen, in een glanzende bruinlederen band waar met grote gouden letters Kerke Borssele" in gestempeld stond. Een Cronyk echter, die bezat maar een enkeling. Rond de Cronyk hing iets van geleerdheid en exclusiviteit: de eeuwen hadden dit boek dat cachet gegeven. Men nam de Cronyk niet zo maar in handen. Men kréég de Cronyk ook maar niet zó in handen: men moest er wel waardig voor bevonden worden. Anders was die geleerdheid en kostbaarheid verspild. Dit a lies is nauwelijks een goede dertig jaar geleden. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar toen heerste op afgelegen Zeeuwse dorpen nog een heel traditionele sfeer in de oude boeren families, die maakt dat het lijkt of het veel langer is geleden. Het is te sterk, te beweren dat men in die dertig jaar van de middeleeuwen naar de moderne tijd is overgestapt, maar toch: als men het wezen van de Cronyk eigenlijk nog middeleeuws kan noemen, dan was de piëteit waarmee dit boek geëerd en behoed werd op de Zeeuwse dorpen ook haast nog middeleeuws. Men had respect voor de zeldzaamheid en de betrek kelijke kostbaarheid van het boek, maar men achtte bovenal de kennis, het arsenaal van wetenswaardigheden, de geleerdheid, die er in vervat was. De Cronyk verschafte kennis die macht was, aan het gezag van die oude gedrukte woorden viel niet te tornen. Toen ik in die tijd, nauwelijks van de lagere school af, van een bevriende familie in Borssele deze bezitter, die me toen al zeer bejaard leek, nadert thans de honderd voor het eerst de Cronyk mee naar huis mocht nemen voor zolang ik maar wilde, want een 800 biadzijs heb je zo maar niet uit, werd me wel op het hart gedrukt er erg voorzichtig mee te zijn, want het was een exemplaar met al de zeldzame bijlagen: het Zeeuwse Adelsboek en de Bijvoegselen. En dat boek was meer dan honderd gulden waard een fantastisch bedrag. Mogelijk dateert uit die dagen mijn voorliefde voor oude folianten. Voor boeken die je op een tafel voor je neer moet leggen, en waarvan je de biadzijs voorzichtig omslaat, want hier zijn er een paar half los, daar is er een ingescheurd en de leren band is ook niet al te stevig 273

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 5