In de avonduren varen zij uit, Vlissingers en Arnemuidenaars, naar Oostgat, Deurloo, de Rassen van Domburg of het hangt af van het seizoen naar het Steendiep. Op de thuisreis, de volgende morgen, wordt de vangst gekookt. „Eerst het water aan de kook, meneer, dan de garnalen er in, net als met kreeft." „Varen op het tij? Dat was vroeger, meneer; met motoren van 190 tot 240 pk speelt een normaal tij geen rol meer." Foto Wim Riemens 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 17