Wijzigingen in bestuur en redactie tot Holland in de landsheerlijke tijd, zoals de studie betiteld wordt, is een ingewikkeld onderwerp. In de 14e eeuw zien we de sporen van een groeiende zelf standigheid, maar de verhouding tussen het gewest Zeeland en de totaliteit van de landen van de ook over Zeeland regerende graaf is onduidelijk. Ten aanzien van de grafelijke raden is het aantonen van Zeelands zelfstandigheid een hachelijke onderneming. ,,Tot de Bourgondische tijd toe raadpleegt de graaf diegenen, die hij daarvoor geschikt en nodig acht; ten aanzien van de Zeeuwse zaken zullen dat gewoonlijk Zeeuwen geweest zijn. Met het beeld van een niet nader vast te leggen toenemende zelfstandigheid van Zeeland in de 14e eeuw, ook op het gebied van de raad zullen wij tevreden moeten zijn." Het duidelijkste teken van de apartheid van dit gewest noemt Taal de Staten van Zeeland, een orgaan dat ijverig opkwam voor de Zeeuwse zelfstandigheid. In de 16e eeuw kunnen de taken van de Staten als volgt worden omschreven: het consenteren en regelen van het opbrengen van de bede, het overbrengen aan en het verdedigen bij de regering van de bezwaren der ingezetenen en het zorgen voor de naleving der privileges. De Zeeuwen ,,En inderdaad, elk van deze provinciën, speciaal Zee land, eist zo'n g.rote vrijheid voor zich op, dat ze geen meerdere kunnen erkennen." Dit zegt Francesco Car- letti, als zoon van een koopman te Florence geboren in 1573 of 1574. Na een wereldreis keerde hij als rijk man met een Portugees galjoen terug. Door twee Zeeuwse schepen werd het schip buitgemaakt en onder het motto: ,,Waar mijn koopwaren heengaan, daar ga ook ik heen, er kome van wat wil", kwam Francesco op 7 juli 1602 in Zeeland aan. Vol bewondering is hij over het zeemanschap van de Zeeuwen. Behalve dat zij voortreffelijke zeelieden zijn, hebben zij de schepen waarop zij varen uitstekend in orde, met goed gestuwde lading en niet overbelast. Verder bewondert hij de noeste vlijt van de bewoners van Zeeland, die het water keren met hun zeeweringen, die door hen „dij ken" worden genoemd. Slecht te spreken is de Floren- tijn over het proces dat er wordt gevoerd om zijn bezittingen teiug te krijgen. Carletti's eisen werden op den duur afgekocht met een onevenredig kleine som geld. Tenslotte keert hij vol ergernis naar zijn vader land terug. In 1958 werd de Italiaanse uitgave van zijn belevenissen verzorgd. J. A. Verhaart-Bodderij ver zorgde van de „Reis om de wereld (1594-1606)" een vertaling. In de Mededelingen van het Nederlands Historisch Instituut te Rome 1965 vinden we nog twee beoordelingen van Italianen (door Poelhekke in uit treksels weergegeven). De Zeeuwen komen er niet zo best af: zeer op de penning en afzetters van vreem delingen. Verder zijn het uitgeslapen handelaars met grote ervaring in de scheepvaart. De Zeeuwse vrouwen mogen er zijn. De schoonheid van de vrouwen wordt dikwijls nog geaccentueerd door de klederdracht. Men weet even wel dat er steeds minder klederdrachten worden ge dragen. Voor de Cadzandse dracht worden gespeci ficeerde gegevens wat de gemeenten betreft vermeld in het Jaarboek 1963-1964 van de Heemkundige Kring West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Het jaarboek bevat in teressante bijdragen, waarbij gewezen wordt op de levensschets van Alfons de Milliano door H. van de Vijver. De landbouwpionier De Milliano, die als mee levend en behulpzaam bekend stond, had deze ervaring opgedaan: „Hoe meer ik met de mensen omga, hoe meer ik van mijn hondje houd." Met genoegen deelt het bestuur mee dat de Commissaris der Koningin in Zeeland, mr. J. van Aartsen het voorzitterschap van het bestuur op zich heeft genomen. Tot penningmeester is benoemd de heer P. van der Veen te Middelburg, die deze functie overneemt van ir. J. D. Dorst. De heer Dorst blijft lid van het algemeen bestuur, Op voorstel van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen is ir. R. van Sloten te Zierikzee tot lid van het algemeen bestuur benoemd. Eveneens in overleg met het Zeeuwsch Genootschap is tot lid van de redactie benoemd ir. J. A. Trimpe Burger te Aardenburg en op voorstel van de redactie de heer M. P. de Bruin te Middelburg. Drs. M. C. Verburg neemt voortaan ook formeel het voorzitterschap van de redactie op zich en draagt zijn redactie-secretariaat over aan drs. C de Schipper te Middelburg. Verdere personalia treft de lezer aan op pagina 2 van het omslag. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 26