den van gebied tot gebied en de vorm van exploitatie toont weinig of geen verwant schap met de politieke inzichten van de be treffende bestuurders. Wat dat laatste be treft: de publiek- en privaatrechtelijke vorm, al dan niet in overheidshanden, wisselden el kaar af. Opvallend is bovenal de internatio nale invloed in de Zeeuwse gasvoorziening. In 1853 beet Middelburg de spits af door een concessie te verlenen aan de particulie re ondernemer. Zierikzee volgde in 1857 door een gemeentelijke gasfabriek te stich ten. In 1860 verleent Goes een concessie ter wijl in 1861 Vlissingen het Zierikzeese voor beeld volgt. Ook Tholen houdt de eer van de stad hoog en verleent in 1863 een con cessie. Opvallend is dat overal het aantal aanslui tingen zeer gering is. In die tijd was dan ook de straatverlichting de directe reden tot het oprichten van gasfabrieken. Het valt op dat in Vlissingen de overheids- en in Goes de particuliere exploitatie mislukte. In 1880 besloot de gemeenteraad van Vlissin gen, „wegens te groote financiële offers die de exploitatie van de gasfabriek met zich bracht", tot verkoop van de gasfabriek aan de- „Imperial Continental Gas Association" te Londen. Hoewel het Goese bedrijf, met name ten tijde van de Algemeene Nederland- sche Gasverlichting Maatschappij, onder di rectie van W. de Liefde een naam die we 100 jaar later in Oostburg weer tegenkomen als de exploitant, de heer L. J. Metz te Cu- lemborg, aan het gemeentebestuur vraagt de concessie over te willen schrijven op naam van de N.V. v/h W. de Liefde en Zn, waarvan de heer Metz enig aandeelhouder is floreert, is de gemeente gedwongen op 1 januari 1887 het bedrijf, dat in desolate toestand verkeert, over te nemen. In Middelburg was het reeds in 1881 ge meentelijk geworden, terwijl Tholen de ex ploitatie pas in 1915 in eigen hand neemt. Inmiddels is ook Zeeuwsch-Vlaanderen in be weging gekomen. Een consortium vraagt con cessie in Aardenburg en wel om „gas te leveren, verkregen uit gecarbureerde lucht, tot verlichting van dorpen en kleine steden, tot warmte- en krachtvoortbrenging en dien tengevolge wat het laatste betreft, tot ont wikkeling en bevordering van de klein- indusfrie in kleine gemeenten van ons land". De stedelijke gasfabrieken brachten tot nu toe steenkolengas voort. In 1899 wordt de concessie verleend. In Hulst wordt in 1906 door het gemeentelijke bedrijf gas geleverd, terwijl Axel in 1910 besluit een steenkolen- gasfabriek te stichten. Oostburg kreeg in 1914 een gasvoorziening door concessie verlening aan Maatschappij tot Bouw en Ex ploitatie van Gemeentebedrijven te Utrecht (MABEG), terwijl Sluis sedert 1911 steenko lengas ontving uit Brugge, van de fa. H. Des- clée Cie, later overgenomen door de Bel gische N.V. Vereenigde Energiebedrijven van het Scheldeland (EBES) te Gent. In 1914 besluit de raad van Aardenburg de luchtgasfabriek over te nemen en aan MA BEG te Utrecht de bouw op te dragen van een steenkolengasfabriek, met gelijktijdige verpachting daarvan aan de bouwer voor een tijd van 40 jaar. Vóór het verstrijken van de termijn ging ook Aardenburg een over eenkomst aan met voornoemde Desclée Cie te Brugge, omdat de fabriek niet lo nend was. In de loop der jaren voorzien de stedelijke fabrieken enkele omliggende ker nen. Maar de gasvoorziening blijft beperkt. Kennelijk ziet de provincie in 1934 toch ook een taak op het terrein van de gasvoorzie ning. Een N.V. Zeeuwsche Gasmaatschappij wordt opgericht waarin de provincie en de Nederlandsche Indische Gasmaatschappij ieder voor de helft deelnemen. Het Vlissingse bedrijf, in Engelse handen, wordt overgeno men. In 1940 treedt de NIGEM uit en in 1943 komt een provinciaal bedrijf tot stand met publiekrechtelijke status. In 1956 brengt de provincie dat bedrijf weer in, in een nieuwe opgerichte N.V. Gasmaat schappij Midden-Zeeland. Ook Goes en later Yerseke traden toe. Inmiddels moesten de kleine produktieëenhe- den, de één na de ander, de fabricage stop pen. Het cokesovengas, geproduceerd door dé Association Coöp. Zélandaise de Carbo nisation G.A. te Sluiskil, verzorgde centraal de behoefte van de distributiebedrijven. In Oost Zeeuwsch-Vlaanderen in 1950 en in Midden-Zeeland in 1953. Zierikzee ging in dat jaar over op propaan- luchtgas en Tholen werd aangesloten op het mijngas uit Limburg, West Zeeuwsch-Vlaan deren werd van cokesovengas voorzien van uit Zeebrugge, door EBES. Ruim tien jaren later bleek dat ook de distributieëenheden te klein waren. De komst van het aardgas, in grote hoeveelheden in Slochteren aangeboord, veroorzaakt een re volutie op het gebied van de toepassing. Nu wordt een duidelijke lijn getrokken: een nationale winning en een provinciale distri butie. Maart 1965 wordt de N.V. Zeeuwse Gas Maatschappij opgericht door de provin cie, de gemeente Goes, Axel en Zierikzee. 35% van de aandelen is in handen van de provincie. Het ziet er naar uit dat in 1966 alle Zeeuwse gemeenten aandeelhouder zul len zijn van ZEGAM. De Belgische en de particuliere exploitatie in West Zeeuwsch- Vlaanderen is inmiddels overgenomen. Alleen Middelburg is nog niet toegetreden. Ook hier geldt: vele eersten zullen de laat- sten zijn A.J. K. GEOLOGIE (zie ondergrond). GESCHIEDENIS (zie ook romeinse tijd). 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 10