smalle, vaak geopende Barendrechtse Brug. Binnenkort wordt begonnen met de bouw van een tunnel die omstreeks 1970 voltooid zal zijn. In zeker opzicht is het gelukkig dat de ca paciteit van rijksweg 58, Vlissingen-Bergen op Zoom, vooral 's zomers in de weekends totaal onvoldoende is. De werkdagintensiteit nam hier gemiddeld in de periode 1960-1964 met ruim 10% per jaar toe tegen een jaar lijkse stijging op de rijkswegen van ons land met gemiddeld ruim 8V2 "Zo- De route via de Oosterscheldebrug zal enige ontlasting geven, hoewel het verkeer van het veer KruiningenPerkpolder van en naar de Randstad van de „oude" route gebruik zal blijven maken. Bovendien schept de Ooster scheldebrug voor de toerist uit de Randstad de mogelijkheid een rondrit RotterdamZee landNoord-BrabantRotterdam te maken. Een stille weg zal rijksweg 58 dus bepaald niet worden. De Oosterscheldebrug zal pas een schakel in een werkelijk „doorgaande" verbinding vormen indien ook de laatste hindernis, de Westerschelde, door een vaste verbinding (brug, tunnel of brug-tunnel) zal zijn over wonnen. De aanloop RotterdamGoes is er nu. In de jaren 70/80 zullen dan de E-10 weg, de Zoomse weg en de weg RotterdamHa ringvlietbrugOosterscheldebrugGoes WesterscheldeTerneuzenGent gezamen lijk het verkeer tussen Randstad Holland ZeelandWest België en Noord-West Fran krijk te verwerken krijgen. v. d. Z. OVERSTROMINGEN. Als gevolg van storm vloed of dijkval, hebben overstromingen Zee land veelvuldig geteisterd; de stad Reimers- waal en talrijke dorpen zijn door overstro ming te gronde gericht. In de Oostwatering van Zuid-Beveland verdwenen o.a. Agger, Broeke, Duvenede, Hinkelenoord, Kreke, Lo- dijke, Mare, Steenvliet en Valkenisse; op het eiland Tholen was Moggershil een zelfde lot beschoren; op Schouwen verdronken o.a. Bommenede, Borrendamme, Brieskerke, Klauskinderen, Koudekerke, Lookshaven, Si- monskerke en Zuidkerke; in het oostelijk deel van het tegenwoordige Zeeuwsch-Vlaande- ren ging het land van Saaftinge verloren. Rekeningen, oorkonden en kronieken ver schaffen ons schaarse gegevens aangaande de oudere, middeleeuwse overstromingen; werkelijke nieuwsberichten van tijdgenoten zijn er pas sinds 1530. In dat jaar werd Zee land overrompeld door een stormvloed, die heel de Noordzeekust tussen Skagens Horn en Duinkerken bedreigde (5 november) en die bekend bleef als de Sint Felixvloed. Schouwen, Duiveland en de Bevelanden schenen tot de ondergang gedoemd. Jan Jansen Reygersberch van Cortgene beschreef het gebeurde in zijn kroniek. Hij zelf een gedupeerde - gewaagde in sobere bewoor ding van het verlies aan land, oogst en vee en betreurde bovenal „datter so menich mensche ionc en oudt verdroncke diemen niet gehelpen en conde." Met bijstand van de centrale landsregering - destijds een zeldzaamheid werd Schou wen opnieuw beverst; Noord-Beveland werd eerst tegen het eind van de 16e eeuw be dijkt, Reimerswaal kwam de ramp nooit ge heel te boven en is een eeuw later prijsge geven. Van talrijke latere overstromingen noemen wij enkele: 1. de Allerheiligenvloed van 1570; met deze stormvloed zette de desastreuze afbraak in van de zuidelijke Scheldeoever, waar bij o.a. de polder Saaftinge verloren is gegaan. 2. de vloed van 26 januari 1682, die Bom menede op Schouwen overspoelde, het Hulsterambacht onder water zette en een gat sloeg in de Westkappelse dijk. De snelle dichting na het vijfde hoogwa ter voorkwam inundatie van Walche ren. 3. de ramp van 15 januari 1808, waarbij meer dan negentig Zeeuwse polders over stroomden. Alleen de Nieuw-Sabbinge- polder ging blijvend verloren. In het on dergelopen stadsgedeelte van Vlissingen verdronken 31 mensen. 4. de stormvloed van 12 maart 1906, die omvangrijke overstromingen veroorzaakte in Zeeuwsch-Vlaanderen (Kloosterzande), bij Rilland-Bath en Oud-Vosmeer. 5. de vloed van 30 september 1911, waar door de Karelspolder op Zuid-Beveland en de Prins Hendrikpolder op Sint Phi- lipsland inundeerden. 6. de februariramp van 1953, die in ernst en omvang de Sint Felixvloed evenaarde. Groots opgezette en efficiënte hulpver lening waarbij radio en hefschroef- vliegtuig een belangrijke rol speelden voorkwam dat Zeeland als in 1530 met de ondergang bedreigd werd; moderne aan pak van dijkdichting, cultuurtechnisch her stel en wederopbouw maakte het moge lijk, dat de materiële misère in enkele ja ren overwonnen was; daar werkte ook een billijke rijksregeling tof schadever goeding aan de gedupeerden toe mee. Te betreuren bleven enkele honderden slachtoffers, voornamelijk op de dorpen van Duiveland en in Kortgene. Het effect van de stormvloeden is in het ver leden soms aanwijsbaar vergroot door men selijke tekortkomingen. Het winnen van zout op buitendijkse gronden bijvoorbeeld de zogenaamde moernering heeft menige zeewering ondermijnd. Het gebruik van puin voor de opbouw van het dijklichaam, het af graven van slaperdijken, de talloze twisten over onderhoudsplicht van de dijken hebben 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 34