AREND. Steden d ie in hun wapen een ade
laar, of dubbele adelaar, voeren, zoals Mid
delburg en Arnemuiden, hielden een levende
arend in een kooi aan de gevel van het
Stadhuis, of op de markt. De vogel werd op
stadskosten gevoerd, maar dikwijls verwaar
loosd en op rantsoen gesteld. In Middelburg
werd het arendshuisje in 1858 afgebroken.
Lit.: H. M. Kesteloo, 1876. Geschiedenis en plaatsbe
schrijving van Arnemuiden. Middelburg (p. 50); Idem,
1891. De stadsrekeningen van Middelburg, IV, 1550-1600.
Arch. Z. Gen. 7, 1ste stuk (p. 40); J. C. de Man, 1894.
De Groote Markt te Middelburg. Arch. Z. Gen. 7,
4e stuk (p. 586).
v. B. J.
BESTUURSSCHOOL. In de zomer van 1964
besloten de raden van 23 Zeeuwse gemeen
ten met toepassing van de Wet gemeen
schappelijke regelingen tot samenwerking
om te komen tot de oprichting van een be-
stuursschool in Zeeland. De taak van deze
school zou in de eerste plaats zijn de op
leiding en vorming van administratieve amb
tenaren voor gemeente en provincie. Gede
puteerde Staten van Zeeland verleenden
hieraan hun goedkeuring bij besluit van 21
september 1964. Naast deze 23 gemeenten
zijn - vrijwel alle reeds in de tweede helft
van 1964 nog 54 gemeenten tot de Be-
stuursschool toegetreden. Slechts 12 gemeen
ten onthielden zich tot dusverre van mede
werking.
Het initiatief te komen tot de oprichting van
een bestuursschool is uitgegaan van het be
stuur van de afdeling Zeeland van de Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten. In
overleg met Gedeputeerde Staten stelde dit
bestuur in het voorjaar van 1963 een studie
commissie in, die in september 1963 omtrent
de oprichting rapporteerde. De commissie
sloot zich in haar rapport aan bij de con
clusies, waartoe in 1962 de door het Instituut
voor Bestuurswetenschappen ingestelde com
missie van Reyen was gekomen met betrek
king tot de eisen waaraan in de huidige tijd
een algemene middelbare opleiding voor pro
vinciale en gemeentelijke bestuursdienst dient
te voldoen.
In het Rapport van de commissie van Reyen
werd gesteld, dat bij de opleiding van de
administratieve ambtenaar naast algemene
juridische kennis in belangrijke mate aan
dacht dient te worden geschonken aan de
maatschappelijke verhoudingen en aan de
algemene vorming van de ambtenaar. Dit
betekende, dat het aantal lesuren zou moe
ten worden uitgebreid en niet langer kon
worden volstaan met de tot dusver gebrui
kelijke opleiding met een beperkt aantal les
sen in de avonduren.
Het Rapport van Reyen stelde de noodzaak
te komen tot een dagopleiding. Met alle
waardering voor hetgeen door tal van (par
ticuliere) cursussen was gepresteerd, meende
de commissie, dat hier een taak lag voor de
overheid zelf.
De Bestuursschool Zeeland is op deze grond
slag in september 1965 begonnen met de
opleiding voor het diploma gemeente-admi
nistratie I, het sinds jaren bestaande basis
diploma voor de ambtenaar bij provincie en
gemeente. Zolang de door de nieuwe inzich
ten geboden wijzigingen in de exameneisen
voor dit diploma niet zijn aangebracht, zal
de opleiding op de huidige exameneisen ge
richt moeten zijn. De opleiding zelf is echter
verruimd. Het aantal lessen is van de ge
bruikelijke 3 in de avonduren gebracht op 6.
Deze lessen vinden overdag plaats. Aan het
lesprogramma zijn naast de voor het exa
men vereiste vakken: gemeenterecht, staats
recht en administratief recht, toegevoegd
lessen in Nederlands, maatschappijleer en
in administratie en organisatie. Voorts wor
den gedurende de opleiding een aantal ex
cursies georganiseerd en speciale voordrach
ten gehouden.
De opleiding voor het diploma G.A. I is be
gonnen met 33 leerlingen, verdeeld over 2
eerste klassen, nl. één klas in Middelburg en
één klas in Goes.
Voorts heeft de Bestuursschool Zeeland zich
genoodzaakt gezien reeds in dit beginsta
dium de opleiding voor het diploma Ge-
meente-financiën, die in Zeeland verloren
dreigde te gaan, ter hand te nemen. Voor dit
diploma is thans een volledige opleiding aan
de school verbonden.
Van het bestuur van de school maken naast
vertegenwoordigers van de samenwerkende
gemeenten o.m. ook deel uit vertegenwoor
digers van de provincie en van ambtenaren-
organisaties.
De kosten worden bestreden uit de lesgelden,
bijdragen van de gemeenten en een subsidie
van de provincie.
v. d. W.
BIOLOGIE (zie ook hydrobiologie).
BLOEDZUIGERS. In de zoete wateren van
Nederland zijn een dozijn soorten BI. gecon
stateerd. De meeste zijn klein en parasiteren
op ongewervelde dieren: slakken, mugge-
larven, watervlooien, enkele soorten echter
ook op watervogels en vissen. In de genees
kunde wordt de Medicinale Bloedzuiger (Hi-
rudo medicinalis) gebruikt. Dit dier kan tot
15 cm lang en 2 cm breed worden, en para
siteert op zoogdieren. Vooral in de eerste
helft van de 19e eeuw was het in de genees
kunde een veelverbreide praktijk om déze BI.
te gebruiken bij wijze van aderlaten. Het
dier bijt zich vast in de huid tot op het
bloedvat en begint bloed te zuigen. Nadat
het zich vol gezogen heeft, valt het af. De
wond blijft nog lang doorbloeden daar het
speeksel van de BI. een stof bevat, welke de
bloedstolling tegen gaat. Deze wijze van be-
39