is nu geheel verdwenen. De nieuwe Zeeuwse vissersschepen zijn een produkt van de mo derne rationalisatie en standardisafie, alhoe wel aangepast aan hun bijzondere vereisten. De opvolgers van de platbodems zijn de z g. kotters, die stilaan het beeld van de vissers havens overheersen. 4. DE BINNENSCHEEPVAART. Het is wel dui delijk dat een zo waterrijk gebied als Zee land met een groot aantal verspreide en af gelegen woongebieden en steden in hoge mate aangewezen was op het vervoer van goederen en personen per schip. Ook de ver binding met de omliggende gebieden van Zeeland moest uiteraard per schip gebeuren. Bovendien zijn de Zeeuwse wateren steeds een kruispunt geweest van de internationale binnenscheepvaart en de Rijnvaart. De in heemse Zeeuwse schepen waren zo ge bouwd, dat ze deze wateren konden trot seren: hoge kop, breed vlak, grote zeeg, ste vige constructie. Deze eigenschappen wor den het best tot hun recht gebracht in de nadrukkelijke vormen van de Zeeuwse poon, waaronder de paviljoenpoon, de staatsie poon en de gewone draai-over-boord. Ande re Zeeuwse schepen waren de heude en de kogge, waarvan de laatste de naam van het vroegere zeeschip overnam. Ook het binnen- vaartverkeer van de buurlanden, België, Duitsland en Frankrijk, kruiste door Zeeland: Belgische otters, Brabantse schuiten, rijnaken, rivierclippers en vele andere. 5. PLEZIERVAART. Sedert het „spelevaren" in Nederland een gebruik werd in de loop van de 17e eeuw, werd dit tijdverdrijf te water ook druk in Zeeland beoefend. In de loop van de 19e eeuw werden ook gaandeweg meer jachten gebouwd, met een waarachtig Zeeuws karakter als de hoogaars en de hengst. Een aantal Belgische clubs bezitten een vasre ligplaats in Zeeland. De afdam ming van de zeearmen in het raam van het Deltaplan en de daardoor gevormde binnen zeeën bestemmen Zeeland voor tot het spe len van een grote rol in het recreatieleven van Nederland, België, West-Duitsland en zelfs Noord-Frankrijk en Engeland. 6. LOODSDIENST EN REDDINGWEZEN. In de oudste zeilaanwijzingen als die van Pe trus Vesconte, 1318, staan reeds de namen van steden langs de Zeeuwse stromen ver meld. Loodspenningen uit de 17e eeuw be wijzen alleszins dat het beloodsen van zee schepen toen reeds in zekere mate georga niseerd was, al werd dit door vissers en zee lieden voor eigen rekening uitgevoerd. Het Nederlandse loodswezen werd een bestuurs zaak onder de Franse overheersing, terwijl het Belgische loodswezen in Nederland op gericht werd in 1842. Niettegenstaande de akkoorden tussen de Nederlandse en de Belgische regeringen, afgesloten in 1839 was Zicht op de Sloehaven R. de werking van beide loodsdiensten niet op elkaar afgestemd. Nu worden de schepen die langs de Deurlo de Schelde invaren, be- loodst door Nederlandse loodsen en degene die langs de Wielingen komen door Belgi sche. In 1824 werd de „Zuid-Hollandsche Maat schappij tot Redding van Schipbreukelingen" opgericht, die verschillende boten en schok kers stationeerde langs de Nederlandse kust en o.m. ook in Zeeland. Deze brachten ook wel loodsen naar en van de schepen. Deze boten werden van 1895 af gaandeweg door stoomreddingboten vervangen en se dert 1930 werden alle met motoren uitgerust. In Zeeland zijn de motorreddingboten gesta tioneerd te Cadzand, Breskens, Westkapeile en voorheen ook in Veere. 7- SCHEEPSBOUW. Zeeland heeft lang een vooraanstaande plaats inzake scheepsbouw bekleed. De oprichting van een Oostindische Compagnie in 1602, met vestiging van een Ka mer te Middelburg, kon enkel tot de bloei van de scheepsbouw bijdragen en zowel te Mid delburg, te Vlissingen, te Zierikzee en te Veere liepen talrijke schepen van stapel voor de kaapvaart, de vaart op de Oost en de West, de walvisvaart en de visserij, terwijl ook de Admiraliteit van Zeeland, met zetel te Veere, een aantal schepen liet bouwen, zowel te Veere als te Vlissingen waar sinds 1705 een rijksmarinewerf bestond. Overigens was het ook te Middelburg dat in 1705 het eerste Ne derlandse droogdok het eerste op het vasteland gebouwd werd. Ook voor de lokale scheepvaart en vooral voor de visserij waren een aantal scheepswerven in bedrijf in verschillende gebieden van Zeeland. Een 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 40