Mededelingen van het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen
Wetenschap en Werkelijkheid in de Waterbouwkunde
Voor het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen sprak een dezer dagen ir. E. Stamhuis, hoofd
van de afdeling Kunstwerken en Planning van
de Deltadienst, over „Wetenschap en Werkelijk
heid in de Waterbouwkunde".
Spreker begon met op te merken, dat de uitvoe
ring van de afsluitingswerken van het Delta
plan thans tot op de helft is gevorderd. Om de
uitvoering van een dergelijk omvangrijk plan
overeenkomstig het tijdschema te doen verlopen
moeten vroegtijdig ingrijpende beslissingen wor
den genomen. Dit vereist veel voorbereidend
werk in het verwerken van eerder opgedane
ervaringen, in het uitwerken en beproeven van
nieuwe technieken en in de wetenschappelijke
benadering van de belangrijkste problemen, zo
als de verdeling van opperwater en getijden, de
zandverplaatsingen en de zout-zoetproblemen.
Vooral door het vele voorbereidende werk van
dr. ir. J. van Veen was de Deltacommissie in
staat reeds een jaar na de ramp van 1953 met
haar belangiljkste advies te komen: De afslui
ting van de zeegaten tussen Walcheren en Voor-
ne. Spreker ging meer gedetailleerd na hoe de
wetenschap in dit advies een hoofdrol heeft ge
speeld. Hij illustreerde dit met de ontwikkeling
na te gaan van de methoden voor de berekening
van getijden en de gevolgen van stormvloeden.
De voorbereidende studie had duidelijk ge
maakt, dat het deltagebied als een eenheid
moest worden gezien en dat de eilandenplannen
voor het noordelijk bekken hun vervolg moesten
krijgen in een meer omvattend plan. Dit lag ook
opgesloten in de studieopdracht van minister
Algera aan de Rijkswaterstaat, een paar maan
den voor de ramp.
De functie van de wetenschap is niet altijd zo
overheersend als bij de hoofdopzet van het ge
hele Deltaplan is gebleken. Maar zij blijft een
belangrijke rol spelen, ook in b.v. de ontwikke
ling van de afsluitingstechniek voor getij geulen.
Spreker illustreerde dit tenslotte in een over
zicht van de caissonsluiting en de methode door
geleidelijke afsluiting met behulp van een ka
belbaan.
Recreatieproblemen van Schouwen-Duiveland i.v.m.
landbouw- en waterschapsbelangen
Op 23 februari jl. belegde de Studiekring Ont
wikkelingsproblemen van Schouwen-Duiveland
een bijeenkomst te Zierikzee, tijdens welke dhr.
A. M. Geluk een inleiding hield over „Recreatie
problemen van Schouwen-Duiveland i.v.m. land
bouw- en waterschapsbelangen".
De omstandigheden waaronder we leven wor
den steeds gunstiger voor de recreatie. Er zijn
hiervoor algemene oorzaken aan te wijzen als
betere beloning, meer vakantie, meer belang
stelling om veel te zien en te reizen en betere
vervoermiddelen. Als bijzondere oorzaken voor
de ontwikkeling van de recreatie op Schouwen-
Duiveland zijn te noemen de goede verbindin
gen, een mooi strand en duingebied, veel oevers
en water rondom, veel ruimte en rust. Recreatie
brengt bepaalde economische voordelen t.w.
voor middenstand en horecabedrijven, en voor
de land- en tuinbouw en veeteelt enige stijging
van afzet van produkten als groenten, fruit en
zuivel.
Opgemerkt kan worden dat de presentatie van
e.e.a. nogal wat beter dient te zijn dan nu vaak
het geval is.
Een bezwaar is vooral het overmatig lang wer
ken in deze seizoenbedrijven. Een nevenvoor
deel van de recreatie is de kennismaking van de
stad met het platteland. Door de Z.L.M. worden
regelmatig excursies georganiseerd langs inte
ressante landbouwbedrijven in de zomermaan
den.
Het platteland, dus ook Schouwen-Duiveland,
dient te letten op de landschapsverzorging. Er
worden immers zo' veel aanslagen op gepleegd.
We dienen de historische landschapsvorm zo
veel mogelijk te behouden, al vereist de ratio
nele agrarische voortbrenging soms bepaalde
modernisering, bv. nieuwe boerderijtypen, kas
senbouw etc. Ook de stads- en dorpsuitbreiding,
de industrievestiging en de recreatiebebouwing
tasten het landschap aan.
We zullen vooral moeten behouden in dit zgn.
agrarisch cultuurlandschap:
a. de aanwezige bos- en parkachtige gebieden
b. de duingebieden
c. de inlagen
d. de dijken.
De duinen zijn biologisch beschouwd zeer waar
devol. Zij bezitten o.a. beroemde duinvalleien,
zilte valleien en oude duinkernen, vaak met
zeer bijzondere plantengroei. Daarnaast is de
92