zijn leven gebleven is. Al is het niet zonder strubbelingen gegaan en al ging menigeen heen, zijn gemeente, die later de Vrije Evan gelische Gemeente is geworden, bleef hem door alles heen trouw. Ook bij al zijn eigen aardigheden was men er van overtuigd dat hij „de rechte leer der zaligheid" bracht. Zij bleef hem ook trouw toen men bij B., na een Engelse reis in 1860, een geheel ander accent in zijn prediking bespeurde. De leer der absolute predestinatie kwam op de achter grond en des te meer nadruk ging hij leggen op het geloof dat in ons doen en laten open baar moet worden. Uit wat hij schreef over de Drieëenheid, het geloof en de Heidel- bergse Catechismus bleek hoezeer hij zich had afgekeerd van de aloude rechtzinnig heid. Natuurlijk volgde, terecht, de beschul diging van onrechtzinnigheid. Het was B. er echter vooral om te doen zijn gemeente dui delijk te maken dat de rechte leer alleen niet voldoende is, wanneer ze geen betekenis heeft in het leven en daarmee wilde hij in gaan tegen alle lijdelijkheid, die hij als een nog groter gevaar was gaan zien. B. is een individualist geweest. In alle ge organiseerde kerken kreeg hij het moeilijk en de weg die hij als de voor hem aangewezen weg zag, ook al kon hij dan later verande ren, volgde hij. Vóór 1860 is hij een man geweest van veel „bevindelijke kennis", waardoor hij geleid werd. Nadien sprak hij er niet zo meer over. Voor zich zelf was hij eerlijk, ook al kreeg hij er moeilijkheden mee en oprechtheid vroeg hij ook van ande ren. Er is in de 19e eeuw in Zeeland geen man aan te wijzen die het gehele protestant se kerkelijke leven zozeer beïnvloed heeft. „Elke richting ontving van hem een stoot, een opwekking". Dat geldt zelfs van hen, die zich tegenover B. stelden. Lit.: J. H. Gunning J.H.z., 1883. H. J. Budding. Leven en arbeid. Goes, p. 252; 2e dr., 1909, Rhenen, p. 59; D. de Rijcke, 1906. H. J. Budding en zijn kring 1834- 1839. Arch. Z. Gen., 83-159. H. CALAND, ABRAHAM. Westkapelle 22.3.1789 - Middelburg 11.4.1869. Zoon uit een dijkwer kersfamilie. Studeert 1803-1806 op het insti tuut voor de waterstaat te Middelburg. Na werkzaam geweest te zijn bij de Polder Wal cheren komt C. in dienst bij de rijkswater staat (1812). In 1837 volgt zijn benoeming tot hoofdingenieur in het district Zeeland. Deze hoogste functie bij de waterstaat in de pro vincie bekleedt hij tot 1854. Na zijn aftreden wordt C. benoemd tot president van de Cen trale directie van (de Polder) Walcheren. Tot zijn overlijden blijft hij actief in dit ambt werkzaam. Nog in dec. 1868 adviseert hij zijn zoon Pieter over de Nieuwe Waterweg. C. heeft generaties van waterbouwkundigen verplicht door zijn hoofdwerk: Handleiding tot de kennis der dyksbouw en zeewerings- kunde (Zierikzee, 1833). Hij mag de ontwerper van „het stelsel der vaste punten" worden genoemd, een gemengd stelsel van oever bekleding en stroomleiding, dat vooral aan de noordkust van Noord-Beveland is toege past. Schreef brochures over het ontwerp- reglement voor de polders in Zeeland, hy giënische toestanden te Middelburg en over het Noordzeekanaal. Lit.: M. P. de Bruin, 1951/'52. Abraham Caland. O.T.A.R. 36 281-290. M. P. CORONEL, SAMUEL SENIOR. Amsterdam 29.4.1827 - Leeuwarden 24.11.1892. Afkomstig uit de kringen der Portugese Joden. Studeert medicijnen te Amsterdam en Leiden. Promo veert 1850 op het proefschrift: Specimen physiologico-pathologicum inaugurale de somno. Na verblijf van ruim een jaar te Zevenhuizen vestigt hij zich begin 1853 te Middelburg. Juli 1853 stadsgeneesheer; in 1858 voorzitter van het Middelburgsch Zie kenfonds. In 1859 verschijnt: Middelburg voorheen en thans. Bijdrage tot de kennis van den voormaligen en tegenwoordigen toestand van het armwezen aldaar. In dit werk wordt veel aandacht aan de armen van zijn tijd besteed, die in 3 klassen worden ver deeld: 1. de arbeidende klasse, 2. neringlo zen en bedeelden, 3. het eigenlijke proleta riaat. Het is een dwarsdoorsnede van een deel van de samenleving in Middelburg en vormt de grondslag voor zijn verdere eco- nomisch-sociale studiën. Hij doet zich kennen als scherp waarnemer met bewogen hart. Verlaat Middelburg in 1860. Stadsgeneesheer te Amsterdam tot 1867. In 1861 verschijnt: De gezondheidsleer toegepast op de fabrieks nijverheid, waarvan het 2e gedeelte het „on derzoek naar den zedelijken, verstandelijken en ligchamelijken toestand der calicotsfa- brieksarbeiders" in Zeeland behandelt. Met grote nauwkeurigheid wordt het beroep en de slechte fysiek van de handwevers be schreven. Sinds 1867 te Leeuwarden, tot 1890 secretaris en meermalen lid van de Genees kundige Raad van Friesland en Groningen. Lit.: A. H. Bergink, 1960. Samuel Senior Coronel. Zijn betekenis voor de sociale geneeskunde in Nederland. Diss. Leiden; M. P. de Bruin, 1959. Dr. Coronel en zijn tijd. Zeeuws Tijdschrift 9 29-36. M. P. DEMOGRAFIE Bevolkingsverloop sinds 1830 Zeeland inwonertal indices 1830 137.266 100 1931 247.606 180 100 1951 271.669 198 110 100 1966 292.311 213 118 108 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 5