§J I'd zaam zijn, hebben er 21 de sociale academie ge volgd, terwijl er 6 bezig zijn met een urgentie cursus. Het dit jaar opgerichte stage-centrum wil proberen om de moeilijkheden in het aantrekken van krach ten te verminderen. Dit hoopt men o.a. te doen door leerlingen van een aantal sociale academies gedurende hun praktisch jaar kennis te laten ma ken met het werk van enkele in Zeeland aangewe zen instellingen. Bij de ontwikkeling spelen ook andere factoren een rol dan de daadkracht van meestal enkelingen. De overheidssubsidies en inzichten kunnen hier bv. genoemd worden. In 1965 bestond de mogelijkheid tot rijkssubsidiëring van het algemeen maatschap pelijk werk 10 jaar. Hoewel het misschien te ver gaat om te ven-onder stellen dat het in werking treden van deze regeling in 1955 4 instellingen het licht deed zien, is een duidelijke groei merkbaar. Ontstonden er 8 instel lingen vóór 1953, na dit jaar waren het er 15. Naast de rijkssubsidie is ook het standpunt van de gemeentebesturen van belang. In Schouwen en Duiveland bijvoorbeeld wordt in 1956 een verzoek om subsidie door 4 aldaar werkende instellingen voor maatschappelijk werk en gezinsverzorging af gewezen door de gemeentebesturen, omdat men onafhankelijk naast elkander werkt. De toename1 van de overheidssubsidie is merkbaar in de regelingen. Was het totale overheidssubsidie aanvankelijk gesteld op 70% later wordt het 80%. In 1966 werd het plafond voor het totale subsidie van de overheid weggenomen, zodat nu in principe tot 100% kan worden gegaan. Evenals dus bij het onderwijs kan men hier en daar al horen zeg gen dat het een normale zaak is, dat alle instellin gen voor 100% worden gesubsidieerd. De vraag is, of de organisatorische structuur onder de loep moet worden genomen. Een centrale overheids dienst, dus een terugkeer tot de oude situatie, of een aparte vorm waarin overheid èn particulier èn kerkelijk initiatief samengaan? Wellicht sociale service-centra, dus organisaties met meerdere afde lingen, zodat men niet een hoeveelheid organisa ties meer heeft maar één centraal punt waartoe men zich kan wenden? De gedachten zijn er, of ze realiseerbaar zijn is een tweede. De toekomst zal het leren. Tabel 1. Aantal instellingen en het aantal functionarissen per provincie op 31 december 1963. c 0 c 0 o) c 0 o) o </j ,c a "0 E ti 2ï3 öj ö|1 d qh- Provincie c -tr 8.1 c 8! 11 s j? cl c a 0 0 a Groningen 10 12 1,2 41.000 Friesland 21 19 0,9 26.000 Drente 13 12 0,9 27.000 Overijssel 46 67 1,4 13.000 Gelderland 58 98 1,7 14.000 Utrecht 31 62 2,0 12.000 Noord-Holland 61 166 2,7 13.000 Zuid-Holland 102 233 2,3 12.000 Zeeland 20 19 0,9 15.000 Noord-Brabant 84 154 1,8 10.000 Limburg 35 66 1,9 14.000 Nederland 481 908 1,9 13.000 Tabel 2. Aantal functionarissen, vacatures en toegestane functionarissen per provincie voor het algemeen maatschappelijk werk en de gezinsverzorging op 31 december 1965. c 0 c 0 'iü dl c a c o 0 3 S. 0 0 c o 0 3 .E u o) c .E Provincie 0 '4= o -4- 8 en-2 u a> c c o u dm-"ö 3r 1 S--S om- d ■2 D 0 q- '-o -o Groningen 19 12 31 39 15.861 Friesland 28 10 38 26 12.921 Drente 18 4 22 18 14.999 Overijssel 77 19 96 20 8.860 Gelderland 109 29 138 21 9.852 Utrecht 79 4 83 5 8.682 Noord-Holland 172 47 219 21 9.795 Zuid-Holland 238 83 321 26 8.777 Zeeland 27 7 34 21 8.457 Noord-Brabant 174 19 193 10 8.321 Limburg 79 21 100 21 9.375 Nederland 1.020 255 1.275 20 9.441 Bron Min. C. R. M. Overal waar de bermbespuiting radikaal, onoordeelkundig is toegepast, verdwijnen nodeloos planten. De kaardebol en de aardaker zijn zeldzaam geworden, hier en daar begint het riet te dunnen. Lof en eer aan Staatsbosbeheer, dat langs de kreken tussen Veere en Vrouwenpolder een heerlijk wandelgebied schiep, met de weelde van riet en rust. Rietsnijden in de zomer, met geen ander doel dan straks de aardappelkuilen te kunnen afdekken. Foto Wim Riemens 147

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 7