water echter zo goed in, dat de voorlopige ver werking van deze samenkomst na de debarkatie gezamenlijk plaats kon vinden onder het genot van een warme maaltijd op het eiland van dijkgraaf Arenthals. Hoewel de werkgroep voor de zomervakantie regelmatig bijeenkwam ten gemeentehuize van 's-Heerenhoek ter discussiëring en menings vorming over het wonen in Zeeland, dat thans nog voor een zeer groot deel overeenkomt met „het wonen buiten" (buiten de grote steden), kon op 17 mei voorafgaande aan de vaartocht excursie reeds Oosterschelde-informatie wor den opgedaan tijdens een werkgroep-avond, die aan deze zeearm gewijd was. Deze Oosterschelde-bij eenkomst vond plaats in het gemeentehuis te Yerseke, waarbij door de burgemeester als gastheer werd opgetreden. Drs. A. C. Drinkwaard hield er een inleidende algemene voordracht, die tevens als opening beschouwd kan worden van de nieuwe serie gespreksavonden betreffende het Oosterschelde- bekken. Door de gelijktijdige projectie van een zeer uitgebreide collectie dia's konden oude, nieuwe en toekomstige aspecten van het Oos- terscheldegebied reeds direct in deze voordracht duidelijk worden belicht. Het begin er van was een filmisch beeld van het waterlandschap, ge vangen in de titel „Aanzicht en uitzicht van de Oosterschelde". Een schouwspel van zee- en landbewoners, dat het gevoel van confrontatie met de Oosterschelde spoedig wijzigde in het gevoel van er bij betrokken te zijn. Betrokken bij het leven van nu en in de toekomst, waar over de discussie thans op gang gaat komen, mede door het aangekondigde Oosterschelde- congres van het genootschap zelf. Zo kon deze avond o.a. kennis gemaakt worden met de zeearm-biologie, de sport- en beroeps visserij, de onderwaterport en -fotografie, dit al geplaatst in het levende weidse landschap, dat deels geaccentueerd wordt door grilligheden van de natuur, deels door de daar op plaatselijk aansluitende menselijke bedrijvigheid van de rond de Oosterschelde levende bevolking, die het water kent, er nuttig gebruik van weet te maken en zich er daarom grotendeels nauw mee verbonden voelt. De in algemene zin beschut liggende binnenzee Oosterschelde staat vooral goed bekend bij de watersport, in welke kringen men zeer sceptisch staat tegenover een eventuele verzoeting en het wegvallen van eb en vloed, hetgeen men ook nog wel eens naar voren gebracht wenst te zien. Naast Veerse Meer en straks ook de Gre- velingen als afgesloten bassins, de Westerschel- de als uit- en invalspoort naar en vanuit zee heeft men behoefte aan een ruim natuurlijk vaarwater zonder al te veel groot scheepvaart verkeer. De trek naar de Oosterschelde zit voor een groot deel ook in de landschappelijke ge varieerdheid van dit gebied. Hoog en laag wa ter doen steeds het beeld wisselen. Te betreden slikken en blikken, de interessante flora van de schorren, vogels en zeehonden, dat al zorgt voor een plezierige levendigheid als men buiten isVoor wie er nog gevoelig voor is, weldadig activerend en rustgevend beide. Welke waarde heeft dit gebied nog meer? De zeebouw-industrie wordt in waarde overtroffen door de combinatie van twee andere, overigens geheel verschillende gegeven omstandigheden. Namelijk enerzijds de mogelijkheid tot scheep vaart vanuit zee, aansluitend op de binnenvaart, anderzijds het in het psychologische vlak lig gende effect van de onbekrompen ruimtewer king, dat aan een te overzien en van nature levend water eigen is. In het geval van de Oosterschelde wordt zowel voldaan aan de be slotenheid enerzijds als aan de verbinding met de cosmopolitische zee anderzijds. De zeearm Oosterschelde is wat dit betreft de evenknie van de Westerschelde, maar zij vragen elk toch iets anders. Vraagt de Westerschelde er bij uitstek om een grote rol te spelen bij een nieuwe zware in dustriële ontwikkeling, de Oosterschelde doet dat voor een nieuwe ontwikkeling in het woon- patroon, die zonder veel bezwaar samen kan gaan met het agrarische karakter van het Oos- terscheldegebied. Wat het westelijke deel van het Oosterscheldegebied betreft ligt tevens de te spelen rol voor de hand bij een nieuwe lichte industriële ontwikkeling zonder water- en lucht verontreiniging. Hierbij beschouwt men Zierik- ze'e en Goes als uitlooppunten, die van nature op een vrije Oosterschelde zijn georiënteerd. Beide steden, die respectievelijk een zeebaai en een centrumfunctie hebben, verkeren thans reeds in de gelukkige omstandigheid met elkaar te zijn verbonden. De centrumfunctie van Goes zal slechts uitgebuit kunnen worden indien het oude Goesche Diep (eventueel ook de oude zeearm Schengen met het Sloe) opnieuw be vaarbaar zou kunnen worden gemaakt. De aantrekkelijke ruimtewerking van de Oos terschelde komt tot stand door de beperkte be grenzing, die wij missen bij totaal begrensde binnenmeren en de totaal onbegrensde zee. Noodzakelijk voor een nieuwe Oosterschelde- ontwikkeling wat betreft wonen en werken is, dat de blik naar buiten gericht kan blijven, ter wijl men binnen op allerhande wijze nieuwe activiteiten zal moeten ontplooien en stimule ren, naast het veilig stellen van reeds bestaande welvaartsbronnen. Beeld op het doek deze avond Neptunus blikkerend op de stadhuistoren van Zierikzee tegen een diep-blauwe achtergrond. „Men gaf hem een schelp" De tijd zal het leren, wat men met dit kleinood gaat doen. Zierikzee aan vrij diep vaarwater, levende of dode historiestad? Een excentrische en perifere lig ging, ook vanuit de hoek der scheep vaart? Krijgt de doorgaande verbinding nog een niet-toeristische verbinding naar Schouwen en zal Tholen over het Keeten, of er door met sluis, daarmee verbonden kunnen worden? In 195

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 23