Expositiezaal in het rijksarchief te Middelburg
(cliché Prov. Zeeuwse V.V.V.)
oude commies-chartermeester langs een achterdeurtje
weer werd binnengesmokkeld en de grote winst van
de archiefwetgeving, de zelfstandigheid van de ge
meentearchivaris, verloren ging. Dientengevolge is op
verschillende plaatsen in Zeeland de klok ruim dertig
jaar achter blijven lopen. In de laatste tijd is evenwel
weer met dit stelsel gebroken.
Aan de archivariaten in de waterschappen hoeft slechts
een kort woord te worden gewijd. Een „polderarchi-
varius" als pendant van de stadsarchivarius heeft nooit
bestaan; de ontwikkeling zette hier pas in, toen dat
type archivaris al nagenoeg uit de wereld was. De
functie van waterschapsarchivaris dateert in Zeeland
van lang na de Archiefwet 1918, zodat zij weliswaar
nog pas in een rudimentair stadium verkeert, maar van
de aanvang af ook minder belast is geweest met zulke
verouderde denkbeelden als over de gemeentearchi
varis in omloop waren.
Wij willen besluiten met een samenvatting van de
huidige situatie en een blik op de toekomst. Namen
doen er in dit verband niets toe; honoris causa maken
wij echter een uitzondering voor een der alleroudste
Nederlandse archivarissen, mr. L. E. de Brakke, die
aan het eind van het vorige jaar op 88-jarige leeftijd
afscheid nam van het gemeentearchief van Veere.
Om ons nu tot de archivariaten te bepalen: daar waar
deze zijn ingesteld, blijken zij, vooral nu zo goed als
alle beheerders in een wetenschappelijke archiefop
leiding gevormd zijn, meer en meer zowel het over
heidslichaam, dat ze in het leven heeft geroepen, als
het publiek te kunnen dienen. Assistentie is overal
voor de bezoekers aanwezig; een ruimte, waar zij de
door hen gewenste archiefstukken ongestoord kunnen
raadplegen, is al lang geen uitzondering meer, terwijl
het rijksarchief bovendien in een aparte zaal een voor
jong en oud leerzame expositie van zijn meest spec
taculaire documenten heeft ingericht. Nog lang niet
overal is echter een archivariaat in nieuwe stijl rea
liseerbaar. Sommige archieven zijn te bescheiden van
betekenis om een afzonderlijk beheer te rechtvaar
digen, terwijl bij een gemeenschappelijke regeling
behalve financiële ook psychologische weerstanden
een rol kunnen spelen, Waar geen archivaris benoemd
is, hebben bezoekers onder verantwoordelijkheid van
de secretaris of griffier recht van inzage van het oud
archief, al zullen zij zich daar vaak enigszins moeten
weten te behelpen.
De samenvoeging van gemeenten en de concentratie
van polders, met het daarmee gepaard gaande bij
eenbrengen van soms aanzienlijke hoeveelheden oud-
archief, hebben ook op dit gebied de mogelijkheden
verruimd. Het groeiproces immers, dat archieven ge
leidelijk boven de sfeer van locale belangen doet rij
zen, werkt ook door waar nu nog geen behoefte aan
een eigen deskundig beheerder gevoeld wordt. Heeft
een archief eenmaal een zekere ouderdom en omvang
bereikt, dan heeft geen enkel bestuur ooit de aan
stelling van een archivaris berouwd. Het is dus te ver
wachten, dat het aantal archivariaten zich in Zeeland
op de duur zal uitbreiden, totdat zij uiteindelijk overal
gevestigd zullen zijn.
In welke vorm en binnen hoeveel tijd dit zal gebeuren,
ligt in de toekomst verborgen. Zoveel staat vast, dat
het ouderwetse type van een instituut dat verschijnt en
verdwijnt tegelijk met bepaalde eenlingen, voorgoed
tot het verleden behoort, omdat een archivariaat alleen
als permanent orgaan van een openbaar bestuur naar
behoren kan functioneren 4).
7) Na de oprichting van een provinciale bibliotheek in 1859
werd de archivarius, in wiens gebouw deze instelling veertig
jaar lang was gehuisvest, met het dagelijks beheer ervan
belast. Toen het archivariaat in 1890 een rijksbetrekking werd,
ging het beheer van de bibliotheek over op de adjunct
archivaris van het rijk, later op de gemeentearchivaris van
Middelburg, totdat in 1918 een afzonderlijk beheerder werd
aangesteld.
2) Evenmin kunnen wij in dit verband ingaan op het zo
genaamde archivariaat van Oostburg, van 1858-1904 bekleed
door de gemeentesecretaris; dit was louter een dekmantel
voor een anders niet haalbare salarisverhoging. De gemeente
secretaris van Axel voerde sinds 1895 onbezoldigd de
zelfde titel, totdat de Archiefwet 1918 dit illegaal maakte.
3) Dit laatste volgens het provinciaal verslag over 1861, blz.
158. Aardenburg en Sluis hadden destijds al lang een archi
varis, terwijl Goes het jaar tevoren Piccardt als zodanig had
ingehaald.
4) Mej. A. J. van Heiningen, gemeentearchivaris van Goes,
dr. P. K. van Daalen, directeur van het Zeeuws Museum te
Middelburg, en de heren W. E. M. Bauwens te Hulst, N.
Veldhuis te Vlissingen en G. A. C. van Vooren te Aardenburg
dank ik voor de mij verstrekte inlichtingen. De bij dit artikel
gereproduceerde portretten bevinden zich in de historisch-
topografische atlas van het Zeeuws Museum. De foto van het
gemeentearchief van Axel is vervaardigd door J. Bleyenbergh
aldaar, die van het rijksarchief door Wim Riemens te Middel
burg.
19