dertigjarig huwelijksfeest van H.M. de Koningin ;,en wegens het huwelijk van onze prinses Mar griet". Met dans en amusementsorkest! Er staat een biljart van de Fabrique des Billards Thissen-Slegers uit Antwerpen. Het bijbehorend Voorschrift voor het billardspel vermeldt: „De scheuren in het laken worden betaald als volgt: de te: fr. 15.de 2e fr. 10.—, al de andere naar gelang de kosten. We kijken over de zilveren slikken die bezet zijn met plukken spartinagras. „Daar komt het Schelde-Rijnkanaal", wijst Blok, „over enkele jaren ken je het hier niet meer terug." In Bath maken we een praatje met een bejaarde autochtoon. Hij herinnert zich de tijd voor 1914, toen er naast de spoordam over het Kreekrak nog geen verkeersweg liep. Van het café waar nu Blok woont kon je naar het Brabantse worden overge zet, maar er waren ook mensen die te voet over de schorren gingen, bij afgaand tij natuurlijk. Een Bathsenaar presteerde het, wekelijks langs het schor naar de vastewal te trekken, met de krui wagen, om in Bergen op Zoom boodschappen te doen. In de namiddag rijden we naar Rilland. Het is nog te vroeg om naar het gemeentehuis te stappen, daarom leggen we nog maar eens aan in een koffiehuis. We informeren naar het Capucijnen- klooster, dat enkele jaren geleden is opgeheven en nu verbouwd wordt tot rusthuis voor demente bejaarden. „Een katholiek tehuis?" vraag ik tamelijk over bodig. Onze zegsvrouw meent van wel, „maar", zegt zij, „het is toegankelijk voor alle instanties." Met grote aandacht bekijken we de triomfbekers van de Rillandse voetbalclub en die van de biljart club, rekenen af en laten ons, iets voortijdig nog, bij burgemeester Jobse aandienen. In de burgemeesterskamer hangen een paar boei ende oude prenten en een kaart van Zeeland, de boekenkast getuigt van een voorliefde voor de historie. De burgemeester is nauwkeurig op de hoogte van het Scheldeconflict met keizer Jozef, hij zet ons de noodzaak van destijds om het Fort Bath te bouwen haarfijn uiteen. „De oude bevolkingsregisters wijzen uit dat de Bathsenaren nakomelingen zijn van de bewoners der vroegere Scheldeforten. De Van Bovens zijn uit Liefkenshoek gekomen, de Dronkersen van Den Doel. Bathsenaren spreken tamelijk zuiver Neder lands en zeker geen Zuid-Bevelands dialect." Burgemeester laat ons een wapenbusje zien met draagketting en een penning. Dat was eens de ambtsketen van de bode van Lillo. Het is vandaar meegebracht, in Bath bewaard gebleven en ten slotte in het gemeentehuis van Rilland-Bath aan de wand gehangen. In de Hervormde Kerk van Rilland staat nu ook de doopvont die door de Staatsen van Lillo naar Bath werd meegevoerd. Rilland, aan de Rijksweg en aan de spoorlijn ge legen, groeide, terwijl Bath geleidelijk leegliep. In 1878 zijn de dorpen tot één gemeente verenigd. „En Uw gemeente grenst aan Antwerpen, wanneer Wandslpisr the Bath Rilland 'IJ* Gezicht in Bath itfrfuif. Kortf'Jt) oj> 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 27