Mededelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen houden. Daar tegenover was het verloren gaan van Hulst in 1596 voor de Republiek een zware slag, die het verlies van alle steunpunten, o.a. van Axel en Terneuzen, ten zuiden van de Schelde tot gevolg had kunnen hebben; 2e. Bij de capitulatie op 24 sep tember 1591 werd het in de stad Hulst en in het om liggende land overheersende katholiek geloof verbo den, c.q. de uitoefening ervan aan banden gelegd. Vanaf 20 augustus 1596, de dag waarop Hulst aan Albertus werd overgegeven daarentegen, kon de be volking haar oude geloof weer vrij uitoefenen en kon dit blijven doen gedurende bijna 50 jaren daarna, hetgeen zeker tot gevolg heeft gehad dat tot op de huidige dag in de stad Hulst en in het Land van Hulst de katholieke religie door het overgrote deel van de bevolking wordt beleden". De belegering van 1596 heeft de Spanjaarden zware verliezen gebracht. De beschietingen waren van een hevigheid dat zij het einde van het middeleeuwse Hulst, wat de gebouwen betreft, betekenden. Zeeuws zout De eerste bijdrage in het Jaarboek is van de hand van dr. H. van der Wee. Er zijn op economisch gebied, tot in onze tijd, zo van die raadselen, die niet ge makkelijk te verklaren zijn. Het onderwerp van zijn korte studie is: De groei van de Nederlandse haring- industrie en het raadsel van het Zeeuwse zout (14e- 16e eeuw). Van der Wee heeft de meeste gegevens voor deze bijdrage al eerder verwerkt in een artikel over de handelsbetrekkingen tussen Antwerpen en de noor delijke Nederlanden tijdens de 14e, 15e en 16e eeuw, in de Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden, deel XX, no. 4. Aan het slot van zijn artikel in het Jaarboek, verhaalt hij hoe de Zeeuws-Vlaamse zout- nering door de opstand en de sluiting van de Schelde de genadeslag heeft gekregen. Het proces van achter uitgang speelde evenwel geruime tijd. Aan het einde van de 16e eeuw zien wij de zoutraffinering in Zeeland ,,haar grootste doorbraak en definitieve triomf door maken. De onbetwistbare dominatie van de Zeeuwse zoutzak doorheen gans Europa is hiervan een eclatant bewijs. Ook de memories van Juan de Gauna, eco nomisch raadsman van de aartshertogen, alsmede het anoniem memorie van 1603-1604 getuigen op spreken de wijze over de Europese suprematie der Zeeuwse zoutraffinaderij". Werkgroep Palaeontologie Op 22 juni werd de volgens artikel 25 van het reglement in de maand juni voorgeschreven ledenvergadering van de werkgroep gehouden en wel des avonds ten huize van de familie Trimpe Burger te Aardenburg. Door het bestuur werd verslag uitgebracht over de werkzaamheden sedert de oprichting in januari van dit jaar en de contacten, die het bestuur heeft weten te leggen ter nastreving van de doelstellingen der werkgroep. Ook werd van gedachten gewisseld betreffende het toe komstige programma. Algemeen kon gesteld worden, dat het bestaan van de werkgroep in een behoefte voorziet en dat zij zowel in als buiten het Genootschap is aangeslagen. Van de aanwezigheid te Aardenburg, 7 leden en 3 donateurs, werd gebruik gemaakt, om te vens een bezoek te brengen aan de opgravingen van het R.O.B. en het Gemeentemuseum. Op 8 augustus werd een excursie gemaakt, waarbij het hemelwater voor de verandering werd vervangen door buiswater. Een bezoek werd namelijk gebracht aan de zand- en slik- platen voor Hoofdplaat en de Hooge Springer, welke gedeeltelijk zijn gevormd uit Pleistoceen plaatzand. De afgelopen jaren was dit terrein, meer dan thans het geval is, een regelmatige leverancier van fossiele schelpen, die de basis hebben gevormd of een belangrijk deel zijn gaan uitmaken van verschillende particuliere col lecties. Zelfs is hier eens bij gunstige water stand getracht om collectioneringswille te kam peren, hetgeen toch een bijna hachelijk avon tuur werd. Tot de vondsten van deze excursie behoorden o.a. fragmenten van de ons thans in gave toe stand goed bekende Ostrea (Pycnodonte) calli- fera, welke ook bekend zijn uit de Pas van Terneuzen, de schelpbanken van de Everingen en vroeger van de Kaloot. Zeer gelukkig was men nu met de vondst van o.a. Standella rugosa. Voor de overtocht vanuit Breskens kon dank baar gebruik gemaakt worden van de visserij- onderzoekingsvlet ter standplaats Yerseke. Aan deze excursie werd deelgenomen door 8 leden, 4 donateurs en 3 introducés. Men kan zich bij de werkgroep aansluiten door zich bij het bestuur aan te melden. Zie Z.T., 16e jrg. no. 1, pag. 27, 1966. Iconografie en symboliek van de Decaloog Kort verslag van de lezing door dr. S. S. Sme ding, op 14 december 1966. De spreker ving aan met een korte bespreking van de velerlei problematiek rond de Decaloog. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 31