De Vereniging van Burgemeesters en Secretarissen op Zuid en Noord-Beveland Mr. dr. A. J. J. M. Mes III. De jaren 1 928 tot heden Dit slotstukje van een overzicht van deze vereni ging zal uiteraard kort zijn en niet te zeer ingaan op verschillende zaken, omdat het moeilijk is vol doende afstand van mensen en feiten te nemen, nu deze te kort achter ons liggen. Bovendien is deze vereniging geheel anders gegroeid, dan voor heen werd gedacht. De vereniging houdt zich bezig met alle onderwer pen, waarmede de leden zich geconfronteerd zien, maar tal van onderwerpen kunnen en worden naar andere instanties verwezen, zoals salariskwesties naar de zich hiermede bezig houdende instanties, algemene onderwerpen naar de afd. Zeeland van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De ze afdeling in 1928 opgericht is steeds zeer sterk gebonden geweest met de Vereniging van Burgemeesters en Secretarissen al is deze vereni ging van Nederlandse Gemeenten van een geheel andere structuur, zoals de naam reeds tot uitdruk king brengt. Tengevolge van dit alles werd de Vereniging van Burgemeesters en Secretarissen een rustige vereni ging, waarvan praktisch alle Burgemeesters en Se cretarissen op Zuid- en Noord-Beveland lid zijn, welke zoals alle verenigingen haar voor- en tegen spoed kent, maar welke toch vooral van belang blijft vanwege de mogelijkheid om zich onderling te informeren en welke dikwijls ook aanleiding is voor een verdere onderlinge kennismaking. In de beginjaren werd er niet druk vergaderd, zo ongeveer tweemaal per jaar, uiteraard in dezelfde stijl als voor 1928. Het was een gedegen vereniging, somtijds liet men sprekers komen, andere malen werden ter vergadering onderwerpen aan de orde gesteld, soms in onze oren vreemde onderwerpen, waarvan men toch zou mogen verwachten dat de vragen steller zelf het antwoord wel had kunnen vinden: zoals vragen „waar men inktlinten voor schrijfma chines kon kopen". De uniformen nu weer de zomeruniformen der veldwachters is voor de Burgemeesters een zeer belangrijk punt. Men hield regelmatig „Zomervergaderingen, zoals in 1929 in Brugge waar men 's avonds te voren heen ging". De notulen vermelden niet meer, zoals vroeger, een zgn. agenda. Behalve met de uniformkleding der veldwachters hield men zich ook bezig met de opleiding. Aanleiding hiertoe was een circulaire van de Commissaris der Koningin betreffende het onderricht van de plattelands-Gemeentepolitie in wetenschappelijk speurkunst en de aanstelling van goedonderlegde gemeenteveldwachters. Dat was nu echt een prachtig onderwerp om over te discussiëren. De slotconclusies stelden de eisen niet hoog, maar wèl sprak er grote waardering uit voor de Gemeenteveldwachters, die immers even goed zijn als anderen die regelmatig leiding heb ben. Men mag echter wel zóver gaan, dat men mag eisen, dat hij de kennis bezit, welke men krijgt door het met vrucht en volledig doorlopen van een lagere school. „Dit moet alleszins voldoende ge acht worden". Enige vakkennis is daarnaast wel gewenst. Maar wetenschappelijke speurkunst? In het geheel niet nodig, het zou zelfs gevaarlijk kunnen zijn. In 1932 en 1933 verandert de Vereniging wederom, doordat enige zeer verdienstelijke bestuursleden aan de vereniging ontvallen: in 1932 het zeer ver dienstelijke en bekwame bestuurslid de heer J. N. Elenbaas, die 39 jaren lid van de vereniging is geweest en in 1932 overleed, in 1933 neemt de heer jhr. U. E. Leuwe van Nijenstein ontslag als voor zitter, hetgeen hij van 1897 af is geweest. Op 21 november 1933 treedt als voorzitter op mr. dr. Mes te Heinkenszand. De afbakening van werk terrein met andere verenigingen en instanties kwam reeds in dezelfde vergadering aan de orde. Een poging om de verenigingen te doen proteste ren tegen de voorgenomen 12% salarisverlaging van Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers werd naar de vakverenigingen verwezen, de des- 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 13