De landschapszorg Het Zeeuwse natuur- en cultuurlandschap biedt een rijke verscheidenheid aan aantrekkelijke elementen. Elk op zich en in hun onderlinge verbondenheid bezitten deze een grote recreatieve waarde. De versnelde economische ontwikkeling en de daar mee gepaard gaande bevolkingsgroei hebben tot ge volg, dat het landschap op verschillende punten wordt aangetast. Landschappelijk schoon valt noodgedwongen ten offer aan industrieterreinen, verkeersvoorzieningen, nieuwe woonwijken, herverkavelingen etc. Tegenover deze verliespost zal de overheid op verschillende wij zen kunnen streven naar compensatieposten. Daartoe staan de volgende wegen open: Consolidering. In het huidige beleid krijgt de consoli datie van landschappelijk waardevolle elementen reeds veel aandacht, getuige bijvoorbeeld de restauratie van cultuurmonumenten, de bescherming van natuurgebie den, de bestrijding van lucht- en waterverontreiniging. Zoals bekend, bevatten ook de streekplannen talrijke bepalingen, gericht op het behoud van landschaps- schoon. Ontsluiting. Door het treffen van verkeersvoorzieningen als duinovergangen, wandel- en fietspaden en door het uitzetten van routes kan het landschap beter toegan kelijk en meer bekend worden gemaakt. De openstel ling van landgoederen, bossen en dijken voor het pu bliek beoogt hetzelfde doel. Aanwinning. Uit inundaties zijn verschillende kreken- gebieden overgebleven, die landschappelijk worden uit gebuit o.a. bij Veere, Westkapelle, Ritthem, Seroosker- ke. Ook de Deltawerken zullen rond het Veerse Meer, de Grevelingen en de Oosterschelde belangrijke aan winsten kunnen opleveren. Op het ,,oude land" wordt op bescheiden schaal ge tracht met groenvoorzieningen het landschap te ver fraaien, met name in de ruilverkavelingsgebieden. In enkele gemeenten bestaan zelfs plannen voor de aan leg van grote boscomplexen. In het algemeen is het echter moeilijk en kostbaar om op het ,,oude land" nieuwe landschappelijke elementen van allure te cre- eren. Dagrecreatie Het begrip dagrecreatie omvat, ruim geïnterpreteerd, niet alleen de sport- en spel"-elementen als zwem men, varen, vissen, voetballen, maar ook het bezoek aan bijzondere attractiepunten als Miniatuur Walche ren, speeltuinen etc. De culturele" recreatie zou men er ook toe kunnen rekenen, doch deze zeer aparte vorm blijft hier buiten beschouwing. Zeeland bezit een tweetal uitermate belangrijke natuur lijke elementen voor de dagrecreatie, namelijk het strand en het water. In de laatste jaren zijn verschillende zwembaden, sport hallen en jachthavens etc. tot stand gekomen, zodat de accommodatie ten behoeve van de dagrecreatie flink is uitgebouwd. Toch zijn er nog tekortkomingen. Er is geen groot overdekt zwembad. Ook aan bijzondere attractie-elementen is Zeeland arm. Er zijn geen grote speeltuinen of dierentuinen. De attractiewaarde van Miniatuur Walcheren (200.000 bezoekers) is voor Zeeuwse begrippen hoog, maar het project is toch van een heel andere categorie dan bijvoorbeeld de Efteling (1.300.000 bezoekers), Madurodam (1.100.000 bezoe kers), de Euromast (600.000 bezoekers) of de Scheve- ningse Pier. De totstandkoming van hoogwaardige accommodatie voor de dagrecreatie wordt geremd door het feit, dat de benodigde investeringen in de meeste gevallen niet economisch rendabel zijn. Het particuliere initiatief laat dan verstek gaan en de gemeenten en de provincie zijn, boven hun beperkte budgettaire draagkracht, af hankelijk van subsidiëring door hogere overheden. In sommige gevallen, zoals bijvoorbeeld bij sporthallen en zwembaden, is de accommodatie voornamelijk ge richt op de locale en regionale behoefte. Er zijn echter ook verschillende dagrecreatieprojecten, die in sterke mate benut worden door verblijfstoeristen en door van buiten Zeeland komende dagtoeristen. Naarmate de bovenregionale functie van een project groter wordt, dient bij de situering daarvan meer aandacht te worden besteed aan verkeerstechnische factoren. Indien grote bovenregionale attractiepunten voor de dagrecreatie worden gesticht in zones, die reedé een zware belasting van lokaal verkeer of zakelijk verkeer ondervinden, kunnen verkeerscongesties ontstaan, die sociale kosten veroorzaken. Het vreemdelingenverkeer De landschapsverzorging en de voorzieningen voor de dagrecreatie zijn in sterke mate op de recreatieve belangen van de eigen bevolking gericht. Bij het vreemdelingenverkeer ligt het accent op de recreatie ve belangen van de gasten, die voornamelijk uit overig Nederland en uit het buitenland komen. In de sector van het vreemdelingenverkeer (toerisme) is de vooruitgang in de laatste jaren zeer gepronon ceerd geweest. Het aantal toeristische overnachtingen is gestegen van 1,6 miljoen in 1959 tot ruim 4 miljoen in 1965. Ook het bezoek van dagtoeristen (voorname lijk uit België) is sterk toegenomen. Het verblijfstoerisme is momenteel voor circa 80% in de kustbadplaatsen geconcentreerd. De buitenlanders nemen circa 30% van het totaal aantal overnachtingen voor hun rekening. De groei van het verblijfstoerisme zal zich ongetwij feld in de komende jaren voortzetten, te meer nu door de liberalisatie in de bouwsector de mogelijkhe den tot uitbreiding van de accommodatie zijn toege nomen. Een verdubbeling van het aantal toeristische overnachtingen van 4 tot 8 miljoen kan rede lijkerwijs vóór 1975 worden verwacht. Bij een dergelijke schaalvergroting gaat een sterke economische impuls uit van de toeristische bestedin gen en de toeristische investeringen. Een stijging van 4 miljoen overnachtingen betekent bijvoorbeeld ruw geschat een toeneming van de toeristische bestedingen met ruim 50 miljoen. Er zullen circa 40.000 extra slaapplaatsen (op campings, in zomerwoningen, hotels, pensions etc.) moeten worden gecreëerd, waarmede een investering van minimaal 40 miljoen gemoeid zal zijn. Daar komen dan nog de additionele investe ringen in winkels, café's, restaurants etc. bij. Economisch en sociaal rendement De landschapszorg levert in directe zin geen economi sche voordelen op. Er zijn zelfs in bepaalde gevallen ernstige nadelen, zoals beperkingen ten aanzien van de bedrijfsuitoefening en de bebouwing. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 2