Mosselcultuur Beschouwing over de Zeeuwse visserij in de geboorte periode van het Nederlandse visserijonderzoek (111) Drs. A. C. Drinkwaard Vangst vroegtijdig door kweek vervangen Het mosselbedrijf, dat thans een industrie gewor den is, heeft nooit, zelfs niet een zweem van ro mantiek opgeroepen, zoals dat bij het oesterbe- drijf door de periodieke, reeds beschreven affaires kon geschieden. Een stug doorzetten van „zaaien" en oogsten, aanvankelijk zonder grote investerin gen om het zaad te vergaren en tijdens de groei periode regulerend op te treden. Een massapro- dukt, dat niet voor de verkoop per stuk wordt ge kweekt! Schepen en nogmaals schepen, mensen aan de korren en met de riek, werkloodsen alleen voor het schonen en verpakken, maar in de hier besproken periode zelfs dat in zeer beperkte mate. De mosselvangst ten behoeve van de handel be perkte zich in het seizoen 1870-1871 reeds geheel tot de in concessie gegeven kunstmatig aangelegde banken. De publieke banken leverden geen mosse len meer op, die voor de handel geschikt waren. De Thoolse vissers hebben dan in Antwerpen hun vaste opkopers. De prijzen liepen van 1,80 tot 2,50 per Antwerpse ton, indien zij de mossels te Antwerpen leverden. In dit seizoen werden ove rigens de verwachte hogere prijzen niet gehaald, aangezien door de Frans-Duitse oorlog één der voornaamste streken voor de uitvoer was afgeslo ten. Ook naar Engeland werd echter uitgevoerd, speciaal vanaf Bruinisse. Te Moerdijk gingen deze mosselen op het spoor. Geconstateerd werd, dat de kunstmatige mossel- banken in de Westerschelde de laatste paar jaar minder en minder bleken te worden en dat er reeds verscheidene banken niet meer voor uitzaai geschikt waren. Als oorzaken worden verzanding en te veel zoet water opgegeven„nu de Oos- terschelde bij Woensdrecht is afgedamd"! De op merkingen van 1869 over het aan de zaadbanken toebrengen van schade door de vissers komen hier door in een wel wat ander daglicht te staan. On voldoende bekendheid met de wijzigingen van het stroomverloop en andere hydrografische omstan digheden moet geleid hebben tot de onjuiste con clusies van de voor de verslagen verantwoordelijke lieden. Door de winter van 1870-1871, die algemeen aan de mosselen veel schade toebracht, terwijl in de Zandkreek deze schade door de zeesterren nog werd vermeerderd, was men gedwongen om elders mosselzaad te bemachtigen. Enkele vissers uit Brui nisse begaven zich naar Texel om mosselzaad te halen, welk zaad vlot van de hand ging. In het verslag over het seizoen 1871-1872 zijn we derom prijzen opgenomen. In Antwerpen maakte men nu 2,a 3,per ton. De directe mossel verkoop van de banken of afgeleverd te Bergen op Zoom bracht het echter niet verder dan tot 1,40 a 1,75 per harington (90 kg). De Zeeuwse mosselman (Zeeuwsche Nachtegaal, 1623) 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 6