Hemelvaartsdag en met derde Pinkster kon het er
onvoorstelbaar druk zijn. Dat begon 's morgens
vroeg al met de dauwtrappers die van Middelburg
gewandeld kwamen. Later op de dag reden de
koetsjes en spelerijderswagens aan, alhoewel
die zag je vooral op de laatste dag van de Mid
delburgse kermis.
Jaar na jaar verscheen in de voorzomer dr.
Mezger met een gezelschapje. De dames en heren
bestelden steevast beschuit met zure room. „Ik
bediende ze graag, je kreeg van de dokter altijd
een gulden. Een kapitaal in die dagen". Even
weegt zij het verleden tegen het heden af. „En
nu ga ik volgende week op vakantie naar Duits
land. In de Ardennen ben ik ook al eens geweest
en in Oostenrijk. Dat was wel een beetje ver, voor
een tour van acht dagen
Van Vorarlberg terug naar Oranjezon.
„In het najaar kwamen de jagers. Wacht eens,
ik heb er nog een mooie foto van liggen."
In een ommezien ligt de prent voor ons op tafel,
een foto van de heren Elout en Boogaert met de
drijvers en een respectabele jachtbuit, - lang voor
de myxomatose de konijnestand decimeerde.
De jacht, het jutten, bramen plukken, eieren rapen,
champagnepils schenken voor dauwtrappers en
spelerijders, beschuiten met zure room serveren
voor de groten van Domburg. Altijd op de achter
grond het stampen van het watermachien en
voorbij de Voorstendal Arjaan van Winkelen met
zijn kudde. Oranjezon, lang voor er een gebaand
en op beide zijden afgezet pad naar zee liep, een
Oranjezon zonder kampeerterrein en strandhuisjes.
In de bosrijke strook van hier tot Domburg lagen
de buitenplaatsen verscholen: Overduin, Zeeduin,
Huis ten Duyne, Berkenbosch, Duinbeek, Hoogduin;
kleine landgoederen van burgerlijke oorsprong.
Eén kasteel daartussen: Westhove.
Dagjesmensen, die hier wandelden fiets aan de
hand wezen elkaar met gedempte stemmen op
een orangerie, een hertenkamp. Zij hielden inge
togen halt voor de aangeharkte oprijlanen van de
stille deftigheid.
Tot in Domburg reikte de beschermende manteling.
Maar voorbij de golflinks, laatste kenmerk van
distinctie en distantie, woei ineens een stevige
bries over de lager en smaller geworden duin
keten. Plotseling stond je in een ander Walcheren,
niet het dromerig-poëtische, maar het werkende,
reële. Zo is het nog. Het Hof Babel ligt daar en
Waterwijk, Duinwijk, Noordduin, Duinzicht. De
boomkruinen in de erfbeplanting zijn door de
wind landinwaarts gebogen. Achter de duinvoet
stapelen de Westkappelaars hun voorraden basalt
steen en gepunte palen voor de zeewering.
Over de vroongronden heen kijk je in de Wal-
cherse schotel die, onmerkbaar, naar het midden
steeds dieper wordt.
We zijn daar op bezoek geweest bij de bejaarde
landbouwer J. Melse uit Aagtekerke. Hij heeft de
schotel gekend lang voor de herverkaveling en
zelfs eer het gemaal De Boreel zijn werk aanving.
„Van december tot maart, soms nog langer, ston-
173