Jachthaven en zomer huisjes in de Braakman. Recreatie en landbouw hebben beide geprofi teerd van de inpoldering van de Braakman. De actieve recreatie zal zich in de toekomst voornamelijk blijven richten op de kust en de randen van de binnenmeren. De achter deze recreatie- randen gelegen stroken zullen in de eerste plaats gereserveerd moeten worden voor de verblijfsaccommodatie van de recreanten. Aankleding met groen zal hier een eerste vereiste zijn. We zien namelijk thans nog teveel bedrijven, die er de voorkeur aan geven in plaats van een groenvoorziening een aantal tenten meer te kunnen plaat sen. Op het ogenblik kan een exploitant zich dit nog veroorloven, doch wanneer te zijner tijd voldoende keuzemogelijkheid voor de recreant aan wezig is, zullen deze bedrijven zeker worden gemeden bij gebrek aan een prettige intieme omgeving. Aparte vermelding verdienen in dit verband de zeedijken. Hier zullen plaatselijk dijkovergangen moeten komen teneinde aantasting van het dijklichaam door recreanten te voorkomen. Achter de, gemakshalve te noemen „verblijfsrecreatiestrook" zal een gebied moeten ontstaan, dat de vakantieganger tot „uitloop" kan dienen. Spraken wij tot nu toe uitsluitend over terreinen, bestemd voor recreatie, in hel uitloop gebied zou ook ander grondgebruik mogelijk moeten zijn. Hier kunnen wij ons kleinere landbouwbedrijven voorstellen, voorts arbeidsintensieve bedrij ven met tuinbouw en fruitteelt. In dit gebied zou een flinke groenvoorziening kunnen worden aangebracht, enerzijds ter verbetering van de klimatolo gische omstandigheden voor deze bedrijven, anderzijds ter vergroting van de recreatieve waarde van het gebied. De vele oude stadjes in Zeeland hebben een belangrijk recreatief aspect. Bekend is, dat men niet zijn gehele vakantie aan zee doorbrengt, doch ook uitstapjes maakt naar dergelijke aantrekkelijke punten. In het bijzonder bij slecht weer moet men, wanneer men aan zee is, een uitloopmogelijkheid hebben. Een zone met een verdicht landschap, zoals boven is omschreven, zou zich van de kust af voort kunnen zetten langs een aantal stadjes teneinde een verbinding tot stand te brengen tussen de actieve en passieve recreatie elementen. Deze verdichting mag uiteraard niet consequent worden door gevoerd, daar men anders wederom in een zekere eentonigheid geraakt. Kontakt met de moderne landbouw moet mogelijk blijven. 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 10