Plantagies in Zeeland P. J. VAN DER FEKN M. P. DE BRUIN CTEDEN en dorpen, boerderijen en landhuizen, industrieter- reinen, wegen, bouwland, weiden, tuinderijen, dijken en dui nen verdringen elkaar in Zeeland. Waarom wil men ook nog bomen en struikgewas hebben, hetzij als beplanting bij een der genoemde elementen of aaneengesloten als bos? Buiten de duinen en kunstwerken als dijken, bolwerken, Middel eeuwse bergjes en enkele stadskernen bedragen de hoogtever schillen van de begane grond in Zeeland niet meer dan circa 2 m. Dit geringe hoogteverschil wordt door bomen en zelfs door struiken spoedig overtroffen, m.a.w. houtgewas brengt relief in het vlakke landschap. Bovendien: het waait hier veel en hout gewas kan andere beplanting en mens en dier in belangrijke mate tegen wind beschermen. Teder echter, die in Zeeland bomen of heesters geplant heeft, weet, dat voor het opgroeien ervan zeewind een belemmerende factor is. Het is dus gunstig als men kan planten in de luwte van reeds aanwezig houtgewas. Ook de keuze der te planten soorten is van veel belang, want de ene soort lijdt veel eerder en ernstiger windschade dan de andere. Samenvattend: in Zeeland is houtgewas op vele plaatsen gewenst; de keuze van de plaats, waar geplant wordt, en van de te planten soorten is van veel belang en het opkweken ervan kan moeilijkheden geven. Q M onze gedachten goed te bepalen, moeten wij definiëren, wat onder houtgewas te verstaan is. Hout als bestanddeel van planten is uit het dagelijks leven voldoende bekend. Het verschilt door mechanische en chemische eigenschappen van andere plantenweefsels, bijv. van die, waar uit bladeren, bloemen en kruidachtige stengels bestaan. Als houtgewassen 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1967 | | pagina 13