NWfoJv*
H KKS-Ly-fw H i i \i
ö.v.<* J-/ H i t:
ritoi't*-*; r>"
l)K TW A A L V vl iO N DKRT GEM E
M ufelntliaf
«5E R003KE RK
J yinlnjty;.#"ty.
JÏ'S.éyb
Omgeving Oostkapelle midden 18e eeuw
Figuur 5
kastelenrijk land geweest. We mogen aannemen
dat aan het einde van de tachtigjarige oorlog,
toen er zeker geen aanvallen van de vijand meer
te verwachten waren, opnieuw aandacht aan plan-
tagies kon worden geschonken.
Toch werd al eerder aan planten gedacht. Wanneer
Smallegange het huis Watervliet bij Heinkenszand
beschrijft, noemt hij de grote parken met lanen
van mastbomen, olmen en essen. „Het getal van
dese boomen op behoorlijke order en wijdte be
plant, kan men begrooten tot omtrent de sestien
duisent". Voor het huis stonden vier zware linden
van meer dan honderd jaar oud. Een van deze was
een „Schotsche Linde", die Jacob Valcke in zijn
ambt van gezant gekregen had van de koning van
Schotland. Wat Smallegange „Schotsche Linde"
noemt, heet nu esdoorn (Acer pseudoplatanus).
MALLEGANGE heeft oog gehad voor het land
schap in Zeeland. Langs de Schouwse duinen
en waranden zegt hij, zijn er schone en aange
name plantagies, die aldaar van ouds wegens de
goede en open grond gekweekt plegen te worden.
Door oude lieden wordt verhaald dat er daar zeer
grote eiken plachten te groeien van een hoogte, dat
zij wel 100 gulden, ja zelfs 120 gulden het stuk op
brachten. Of er nieuwe bomen in de plaats werden
geplant, vermeldt de kroniekschrijver niet. We
kunnen op een plaats wijzen waaruit blijkt dat
tegen het midden van de 17e eeuw meer aan be
planting wordt gedaan. De kroniek van Boxhorn
beweert in 1644 dat de kwade invloeden van de
scherpe zeewinden worden weggenomen door het
geboomte dat men enige jaren tevoren meer dan
in voortijden is gaan planten.
Uit het midden van de 17e eeuw beschikken we nog
over een gezicht van Goedaert op Walcheren
(fig.l) met de torens van Middelburg op de achter
grond. Voor zover we konden nagaan betreft het
hier een panorama vanaf de duinen tussen Zou-
telande en Valkenisse. Behalve het heggelandschap
vallen ook de boompartijen op. Een kenner '0a) van
Goedaerts werk noemt dit getekend vergezicht
over Walcheren strenger van bouw dan Goedaerts
vorige werk. Tevoren had de schilder-entomoloog
met veel liefde bevallige landgezichtjes, om met
De la Rue te spreken, met de pen getekend. Het
zijn de landwegen, boerderijtjes, de dorpskerken,
een duinenrij en bomen die Goedaert welverzorgd
met veel oog voor het detail weergeeft. Het zijn
noordelijk naturalistische landschappen. Een ander
voorbeeld van een naturalistisch schilder is Laurens
Bernaerts die in 1644 een gezicht geeft op het
jachtslot Terlinde bij Ritthem.
EN aspect van het landschap in Zeeland is
reeds genoemd. De bomen langs de wegen.
Wanneer we de grote kaart van Nicolaas
Visscher (fig. 4) bekijken van c. 1680 vinden we
op Zuid-Beveland daarvan goede voorbeelden
92